ECLI:NL:RBSGR:2005:AY6409
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor orgaandonatie op basis van de Wet op de orgaandonatie
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 december 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot toestemming voor orgaandonatie op basis van artikel 4 van de Wet op de orgaandonatie (WOD). Het verzoekschrift werd ingediend door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en betrof de toestemming voor beenmergafname van een meerderjarige donor die niet in staat was tot een redelijke waardering van haar belangen, vanwege een verstandelijke handicap. De donor was onder curatele gesteld en had een intensieve band met haar broer, die in levensgevaar verkeerde door een beenmergaandoening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de donor, ondanks haar beperking, een zwaarwegend belang had bij het afwenden van het levensgevaar van haar broer.
De rechtbank heeft de procesgang uiteengezet, waarbij de donor op 29 december 2005 werd gehoord in aanwezigheid van haar curator en de advocaat van het LUMC. De rechtbank heeft overwogen dat de donor de medische ingreep begreep en dat er aan de wettelijke vereisten voor toestemming was voldaan. De curator had toestemming verleend en de rechtbank heeft bevestigd dat de ingreep als een ultimum remedium moest worden beschouwd, aangezien eerdere pogingen om een geschikte donor te vinden niet succesvol waren geweest.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om toestemming te verlenen voor de beenmergafname, met de verklaring dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad was. De uitspraak werd gedaan door mr. J.L. Verbeek, met A.U. Hatuina als griffier. Deze beschikking is van belang voor de toepassing van de WOD en de bescherming van de belangen van de donor.