ECLI:NL:RBSGR:2005:AU9337
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op persoonsgebonden budget ontvangen door echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 oktober 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een belastingplichtige, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2002, waarin een persoonsgebonden budget (PGB) dat aan zijn echtgenote was uitbetaald, was opgenomen als belastbaar inkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de echtgenote van eiser, wegens ziekte en invaliditeit, recht had op een PGB, dat voor het jaar 2002 was vastgesteld op € 29.718,80. Eiser ontving een bedrag van € 21.226 uit dit budget voor zorgverlening aan zijn echtgenote.
De rechtbank oordeelde dat de bedragen die eiser ontving uit het PGB moeten worden aangemerkt als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Dit betekent dat deze bedragen tot zijn belastbare inkomen uit werk en woning behoren. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser recht had op aftrek van bepaalde kosten die hij had gemaakt in verband met de zorgverlening, maar dat hij deze kosten niet voldoende had onderbouwd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het belastbare inkomen van eiser vastgesteld op € 40.104, na aftrek van een bedrag van € 700 aan kosten.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak van de inspecteur en verlaagde de aanslag. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644, en moest de Staat der Nederlanden het griffierecht van € 37 vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 oktober 2005, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.