ECLI:NL:RBSGR:2005:AU6459
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- I. Selanno
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete bij suppletie-aangifte omzetbelasting
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 22 september 2005, staat de verzuimboete centraal die aan eiseres is opgelegd naar aanleiding van een suppletie-aangifte omzetbelasting. Eiseres, een vennootschap onder firma, had na het opstellen van haar jaarrekening een suppletie-aangifte ingediend, omdat bleek dat zij te weinig omzetbelasting had voldaan over het jaar 2000. De inspecteur van de Belastingdienst legde een naheffingsaanslag en een verzuimboete op, welke eiseres aanvocht. De rechtbank oordeelde dat de verzuimboete terecht was opgelegd. De rechtbank stelde vast dat de situatie in deze zaak niet gelijk was aan een eerdere uitspraak van het Hof Arnhem, waarin de belanghebbende per saldo teveel omzetbelasting had terugontvangen. In dit geval had de suppletie-aangifte geen wijziging gebracht in de verplichting van eiseres om omzetbelasting te voldoen, en was er dus geen grond voor het niet opleggen van de verzuimboete.
De rechtbank benadrukte dat de verzuimboete in overeenstemming was met de beleidsregels van de Belastingdienst en dat er geen sprake was van een wanverhouding tussen de hoogte van de verzuimboete en het bedrag van de niet tijdig voldane omzetbelasting. Eiseres had ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te worden gehoord, wat haar positie niet versterkte. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres om proceskostenvergoeding af, omdat er geen termen aanwezig waren voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken, waarbij de rechtbank de beslissing vaststelde en de griffier aanwezige was.