ECLI:NL:RBSGR:2005:AU5318

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 05/1317
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op onrechtmatige uitlatingen en schadevergoeding in kort geding tegen gedaagde

In deze zaak vorderde de eiseres, Erasmus Universitair Medisch Centrum, een verbod op onrechtmatige uitlatingen door de gedaagde, die een website had opgezet met als doel dierenleed aan de kaak te stellen. De eiseres stelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de directeur van het Erasmus MC te nomineren als 'dierenbeul' op de website goudenkalf.com, wat schadelijk was voor haar eer en goede naam. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitlatingen van de gedaagde ongenuanceerd en beledigend waren, en dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld jegens zowel de directeur als het Erasmus MC. De rechter wees de vorderingen van de eiseres grotendeels toe, met uitzondering van de vordering tot onmiddellijke verwijdering van de website. De gedaagde werd veroordeeld tot het verwijderen van alle onrechtmatige uitingen en tot betaling van een voorschot op schadevergoeding aan de directeur en het Erasmus MC. De rechter benadrukte het belang van een zorgvuldige afweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van de eer en goede naam. De voorzieningenrechter legde een dwangsom op voor het geval de gedaagde in strijd met het vonnis zou handelen. De kosten van het geding werden eveneens aan de gedaagde opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 1 november 2005,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 05/1317 van:
Erasmus Universitair Medisch Centrum,
gevestigd te Rotterdam,
eiser,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaat mr. M.H.L. Hemmer te Breda,
tegen:
[ged[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. M. Schuckink Kool.
1. Het verloop van het geding
Krachtens eigen recht en in de hoedanigheid van gevolmachtigde va[directeur van eiser] heeft eiser – hierna aangeduid als Erasmus MC – gedaagde – hierna aangeduid als [gedaagde] – doen dagvaarden om te verschijnen ter terechtzitting in kort geding van 24 oktober 2005. Ter zitting heeft [gedaagde] verzocht de verdere behandeling met een week uit te stellen, gelet op de omvang en de complexiteit van de zaak en de beperkte voorbereidingsmogelijkheden. De voorzieningenrechter heeft in die omstandigheden aanleiding gevonden de behandeling met één dag aan te houden.
Op 25 oktober 2005 is de behandeling voortgezet, alwaar Erasmus MC zijn vordering nader heeft toegelicht. [gedaagde] heeft daartegen verweer gevoerd.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 25 oktober 2005 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1. [gedaagde] heeft de domeinnaam goudenkalf.com geregistreerd. De aan deze domeinnaam verbonden website heeft als doel het onder de aandacht brengen van dierenleed. Daartoe zal op de website middels maandelijkse nominaties na elf maanden de ergste dierenbeul worden gekozen. De website is actief sinds 4 oktober 2005.
2.2. Voor de maand oktober 2005 is één van de twee genomineerden [directeur van eiser] (hierna [directeur van eiser]), directeur van het Erasmus Dierexperimenteel Centrum van Erasmus MC.
2.3. Op de website worden de in verband met haar nominatie de naam, functie en foto van [directeur van eiser] afgebeeld met daaronder de volgende tekst:
“Knipt tenen van levende dieren af om ze op die manier te merken! Heeft er waarschijnlijk nooit aan gedacht om door middel van een kleurstof de vacht te merken of sowieso om andere middelen dan dieren in the zetten om te experimenteren!”
Als op de button “Kies [directeur van eiser]” wordt geklikt, verschijnt wederom een foto van [directeur van eiser], met daarbij de volgende tekst:
“Bedankt!! Fijn dat je voor mij – [directeur van eiser] – gekozen hebt – goede keuze! Als iemand die prijs verdient ben ik het wel, want voor mijn “werk” martel ik zoveel dieren… dat wil je gewoon niet weten! Nogmaals: bedankt!”
2.4. Na ontvangst van de dagvaarding heeft [gedaagde] de gewraakte nominatie en de verwijzingen daarnaar met betrekking tot [directeur van eiser] en Erasmus MC van de website gehaald en toegezegd deze er niet meer op te zetten totdat de voorzieningenrechter hierover een oordeel heeft gegeven.
3. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
3.1. Erasmus MC vordert – zakelijk weergegeven –
1. [gedaagde] te gebieden iedere onrechtmatige uiting in woord en geschrift jegens [directeur van eiser] en/of het Erasmus MC te staken en gestaakt te houden;
2. [gedaagde] te gebieden de website goudenkalf.com per direct te verwijderen van het internet;
3. [gedaagde] te gebieden per direct de volgende onderdelen van de website goudenkalf.com te verwijderen:
- de afbeeldingen van [directeur van eiser];
- de tekst waarin de naam van [directeur van eiser] genoemd wordt, of waarin een herkenbare verwijzing naar haar is opgenomen;
- de tekst waarin het Erasmus MC expliciet genoemd wordt;
4. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding ter hoogte van € 5.000,-- aan [directeur van eiser];
5. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding ter hoogte van € 10.000,-- aan Erasmus MC;
één en ander op straffe van een dwangsom indien [gedaagde] in strijd met deze geboden handelt.
3.2. Daartoe voert Erasmus MC het volgende aan.
De uitlatingen van [gedaagde] op de website goudenkalf.com zijn ongenuanceerd, onjuist en geplaatst in een beledigende context. De indruk wordt gewekt dat [directeur van eiser] op een lichtzinnige wijze ingrepen uitvoert die dierenleed veroorzaken. Verder wordt ze beschuldigd van het martelen van grote aantallen dieren. Hierdoor wordt haar eer en goede naam aangetast. Daarnaast vergroot een nominatie als dierenbeul het gevaar van represailles van radicale dierenrechtenactivisten jegens de genomineerde. Dit gevaar hindert [directeur van eiser] in haar werkzaamheden en belemmert haar uitingsvrijheid. Nu er voor deze gedragingen geen rechtvaardiging bestaat, handelt [gedaagde] onrechtmatig jegens haar. Op dezelfde gronden zijn de uitingen tevens onrechtmatig jegens Erasmus MC.
Daarbij maakt [gedaagde] inbreuk op het portretrecht van [directeur van eiser] en heeft zij, gelet op het gevaar voor represailles en de diskwalificerende context van de foto, een redelijk belang bij de onmiddellijke verwijdering van haar foto. [gedaagde] daarentegen heeft geen belang bij plaatsing van het portret, aangezien de foto volstrekt irrelevant is met betrekking tot het doel dat hij zegt te beogen.
Door vermelding van het woordmerk ‘Erasmus MC’ op de website wordt voorts afbreuk gedaan aan de reputatie van dat merk in de zin van artikel 13A lid 1 sub d Benelux Merkenwet.
3.3. [gedaagde] voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Aan de orde is allereerst de vraag of door het doen van voornoemde uitlatingen onrechtmatig jegens [directeur van eiser] en/of Erasmus MC is gehandeld.
4.2. Deze vraag ligt in het spanningsveld tussen het recht op vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op bescherming van de eer en goede naam en de persoonlijke levenssfeer anderzijds. Hierbij staan twee hoogwaardige maatschappelijke belangen tegenover elkaar: aan de ene kant het belang dat men zich (in het openbaar) kritisch, informerend, opiniërend, of waarschuwend moet kunnen uitlaten om te voorkomen dat door een gebrek aan bekendheid bij het grote publiek mogelijke misstanden die de samenleving raken kunnen blijven voortbestaan; aan de andere kant het belang dat burgers of rechtspersonen niet door publicaties op een website worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Tussen deze belangen bestaat geen rangorde. Welk van de belangen in het gegeven geval de doorslag behoort te geven, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden, en wel – in een situatie als de onderhavige – in het bijzonder van de volgende: de ernst van de misstand welke de publicatie op de website aan de kaak beoogt te stellen; de aard van de verwijten; de mate waarin deze verwijten waargemaakt kunnen worden of op goede gronden kan worden aangenomen dat deze waar zijn; de ernst van de verwachte gevolgen voor degenen die als zodanig genomineerd en gekozen worden.
4.3. Ter zitting heeft [gedaagde] aangegeven dat het portret van [directeur van eiser] in ieder geval niet meer zal worden teruggeplaatst op de website. Daarmee onderschrijft hij het, ook naar het oordeel van de voorzieningenrechter terechte, standpunt dat geen redelijk belang is gediend met het plaatsen van de foto bij het gewraakte stuk. Voor zover de vordering ziet op het verwijderen van dit portret, heeft Erasmus MC mitsdien geen belang meer.
4.4. Voor de beoordeling van de overige vorderingen is allereerst van belang dat omtrent het al dan niet mogen veroorzaken van dierenleed, ook als dit gebeurt binnen het kader van experimenten die plaatsvinden in een wetenschappelijke context, de voor- en tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar staan, waarbij met name door de tegenstanders inzet van zwa(a)r(der)e middelen niet wordt geschuwd. Door middel van onderhavige verkiezing beoogt [gedaagde], naar hij stelt, het onnodig veroorzaken van dierenleed onder de aandacht te brengen. Op zichzelf kan een dergelijke verkiezing een methode zijn om als zodanig ervaren ernstige misstanden bij een groter publiek bekend te maken en daarmee een bijdrage te leveren tot een (brede) maatschappelijke discussie. Voor zover Erasmus MC vordert dat [gedaagde] wordt geboden de website per direct te verwijderen, komt deze vordering als in zijn algemeenheid te verstrekkend, mitsdien niet voor toewijzing in aanmerking.
De gekozen term ‘dierenbeul’ is echter in zichzelf uitermate grievend en diskwalificerend van karakter. Alleen daarom al dient bij de nominatie van personen en instellingen die in de ogen van [gedaagde] daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen, de nodige prudentie in acht genomen te worden. Met name zullen hoge(re) eisen gesteld dienen te worden aan de mate waarin de gestelde feiten op basis waarvan iemand als zodanig wordt genomineerd ook daadwerkelijk op waarheid (kunnen) berusten. De stelling van [gedaagde] dat waar het gaat om een uiting die het publieke debat dient, de uiting toelaatbaar is zolang de inhoud niet apert onwaar of lichtvaardig is, wordt mitsdien verworpen. Naast de omstandigheid dat de kwalificatie dierenbeul zonder meer afbreuk doet aan de eer en goede naam van de betrokken genomineerden, weegt hierbij tevens mee dat geenszins valt uit te sluiten dat deze personen of instellingen geconfronteerd worden met represailles als gevolg van deze nominatie.
4.5. Onder verantwoordelijkheid van [directeur van eiser] wordt onderzoek uitgevoerd naar de rol van celcyclus controle en translaesie replicatie genen in het ontstaan en voorkomen van kanker in zoogdieren. In het kader van dat onderzoek worden de pasgeboren nakomelingen van muizen middels het afknippen van een teen gemerkt zodat zij in het kader van het onderzoek individueel herkenbaar zijn.
De enkele omstandigheid dat de teenknip als merkinstrument wordt gehanteerd, is echter onvoldoende om te kunnen gelden als onderbouwing van het verwijt dat [directeur van eiser] 'onnodig dierenleed zou veroorzaken en voor haar werk heel veel dieren zou martelen'. In dit verband is van belang dat het verrichten van dierproeven wordt gereguleerd door het Ingrepenbesluit voortvloeiend uit de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren. Uitgangspunt hierbij is dat onder voorwaarden dierproeven mogelijk zijn, maar dat moet worden voorkomen dat meer dierenleed wordt veroorzaakt dan strikt noodzakelijk is. Buiten dit wettelijk kader zijn dierproeven verboden. In de vergunningsaanvraag voor het betreffende onderzoek van [directeur van eiser] is melding gedaan van het voornemen de teenknip als merkmethode te gebruiken. Het moet er mitsdien voor gehouden worden dat de bevoegde instanties de noodzakelijkheid en toelaatbaarheid van deze ingreep bij hun beslissing om al dan niet tot het verlenen van een vergunning over te gaan, hebben betrokken.
Vaststaat dat de vergunning is verleend. Gelet hierop dient ervan te worden uitgegaan dat het gebruik van deze methode binnen het wettelijk toetsingskader toelaatbaar is geoordeeld. Dat sprake zou zijn van werkbare diervriendelijker alternatieven die voor de pasgeboren muizen minder bezwaarlijk en zonder (andere) leedtoevoegende risico’s zouden zijn, heeft [gedaagde] in het licht van het voorgaande en gezien ook de gemotiveerde betwisting van de zijde van Erasmus MC, niet aannemelijk gemaakt. Aldus is in onvoldoende mate komen vaststaan dat [directeur van eiser] met het toepassen van de teenknip onnodig dierenleed veroorzaakt, laat staan dat zij (daarnaast) heel veel dieren martelt.
4.6. In de toelichting op de nominatie wordt met betrekking tot [directeur van eiser] verder gesteld: “Heeft er waarschijnlijk nooit aan gedacht om door middel van een kleurstof de vacht te merken of sowieso om andere middelen dan dieren in te zetten om te experimenteren!” Deze suggestie wordt in het geheel niet nader onderbouwd en lijkt op gespannen voet te staan met de werkelijkheid. In dit verband is van belang dat, zoals onweersproken is gesteld, juist [directeur van eiser] als één van de weinigen binnen haar beroepsgroep de (in vele opzichten morele en emotionele) discussie met de tegenstanders van dierproeven op een constructieve wijze ook in een openbaar debat aangaat. Daarnaast blijkt uit de aanvraag voor het onderhavige onderzoek dat zij wel degelijk oog heeft voor alternatieven. Daarin wordt immers aangegeven dat wordt getracht het teenweefsel te gebruiken voor genotypering zodat staartknips overbodig worden.
4.7. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat bij de afweging van de wederzijdse belangen, het belang van [directeur van eiser] dat zij als wetenschappelijk onderzoeker dient te worden gevrijwaard van de onderhavige lichtvaardige en ongenuanceerde verwijten, zwaarder dient te wegen dan het belang van [gedaagde] om een door hem als zodanig ervaren misstand aan de orde te stellen op de door hem gekozen wijze. Aldus is de conclusie dat [gedaagde] jegens [directeur van eiser] – en daarmee ook jegens Erasmus MC als haar werkgever – onrechtmatig heeft gehandeld door [directeur van eiser] te nomineren. Gegeven de omstandigheid dat [gedaagde] slechts bereid is de gewraakte uitlatingen en verwijzingen voor de duur van de onderhavige procedure van de website verwijderd te houden, komen de hiervoor onder 3.1.3. weergegeven vorderingen op na te melden wijze voor toewijzing in aanmerking. De onder 3.1.1. weergegeven vordering gaat in zijn algemeenheid te ver en zal mitsdien worden afgewezen. Voorts behoeven de stellingen van partijen voorzover die betrekking hebben op de (mogelijke) inbreuk op het woordmerk ‘Erasmus MC’ in de zin van artikel 13A lid 1 sub d Benelux Merkenwet, geen verdere bespreking meer.
4.8. Met betrekking tot de gevorderde schadevergoeding wordt voorop gesteld dat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding in de regel is vereist dat het bestaan van die vordering voldoende aannemelijk is en er sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is geboden. Voor wat betreft de materiële schade heeft Erasmus MC onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze is geleden ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [gedaagde]. Met name is onvoldoende gebleken dat de schade die het gevolg is van de extra veiligheidsmaatregelen die zijn genomen ten behoeve van [directeur van eiser], het rechtstreeks gevolg is van de uitlatingen van [gedaagde] op de website goudenkalf.com. Voorts vordert Erasmus MC veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de door [directeur van eiser] geleden immateriële schade. In geval van aantasting van iemands eer en goede naam draagt vergoeding van immateriële schade bij tot genoegdoening en kan een snelle reactie in de vorm van toewijzing van een geldbedrag in kort geding tot beperking van de schade leiden. Mede gelet hierop en met in achtneming van alle omstandigheden van het geval, zal het ten deze toe te wijzen bedrag naar redelijkheid en billijkheid worden vastgesteld op € 1.000,--. Er bestaat geen aanleiding het verzoek van [gedaagde] het vonnis voor wat betreft dit onderdeel niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, te honoreren.
4.9. De door Erasmus MC ter versterking van de gevraagde geboden gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, zij het dat deze zal worden gematigd en gelimiteerd als na te vermelden. Er zal bovendien worden bepaald dat de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, zulks mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid daarvan.
4.10. [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
gebiedt [gedaagde] per direct elke tekst waarin de naam van [directeur van eiser] dan wel Erasmus MC genoemd wordt, althans een herkenbare verwijzing naar [directeur van eiser] dan wel Erasmus MC is opgenomen, met onmiddellijke ingang van de website goudenkalf.com te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis in strijd met dit gebod handelt, met een maximum van € 50.000,--;
bepaalt dat bovenstaande dwangsom vatbaar is voor matiging op de wijze zoals onder 4.9. is vermeld;
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [directeur van eiser] te betalen een bedrag van € 1.000,--;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Erasmus MC begroot op € 1.145,60, waarvan € 816,-- aan salaris procureur, € 244,- aan griffierecht en € 85,60 aan dagvaardingskosten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.G.M. van Rens en uitgesproken ter openbare zitting van 1 november 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
AB.JD