ECLI:NL:RBSGR:2005:AU2921

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/753057-05
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Poustochkine
  • A. Eisses
  • W. Wijnnobel-Van Erp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van gewelddadige dood

In deze strafzaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 20 september 2005 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij de gewelddadige dood van een slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in het dossier, met name in het proces-verbaal van de politie, verschillende feiten en omstandigheden zijn die zouden kunnen wijzen op de betrokkenheid van de verdachte. Echter, uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken wat de daadwerkelijke rol van de verdachte bij de dood van het slachtoffer zou zijn geweest.

De echtgenote van de verdachte had eerder verklaard dat zij van hem had vernomen dat hij de dood van het slachtoffer had georganiseerd. Deze verklaring werd echter door haar ingetrokken bij de rechter-commissaris, en ter terechtzitting heeft zij gemotiveerd waarom zij een valse verklaring had afgelegd. De rechtbank oordeelt dat de getuige niet aan haar eerdere verklaring kan worden gehouden, waardoor deze niet als bewijs kan worden gebruikt in de strafzaak.

De rechtbank concludeert dat er geen voldoende concreet bewijs tegen de verdachte aanwezig is, wat leidt tot de vrijspraak van de hem ten laste gelegde feiten. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat zelfs als de belastende verklaring van de getuige voor bewijs had kunnen worden gebruikt, deze onvoldoende wordt ondersteund door andere feiten en omstandigheden, waardoor ook in dat geval geen veroordeling had kunnen volgen.

De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, gezien de vrijspraak van de verdachte. Tevens is gelast tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan de rechthebbenden.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/753057-05
's-Gravenhage, 20 september 2005
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats], Turkije, op [geboortedatum],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Haaglanden, locatie Zoetermeer, huis van bewaring, te Zoetermeer.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 14 september 2005.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. Kuijpers, advocaat te 's-Hertogenbosch, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
Er heeft zich een benadeelde partij gevoegd.
De officier van justitie mr. Kramer heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 2. primair, 2. subsidiair en 2. meer subsidiair telastgelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1. primair telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] tot een bedrag van € 482,=.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen - 2 personenauto's - zullen worden teruggegeven aan de rechthebbenden .
De telastlegging.
Aan de verdachte is telastgelegd - na wijziging van de telastlegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A, en van de vordering wijziging telastlegging, gemerkt A1.
Vrijspraak.
In het dossier, met name in het proces-verbaal van politie komt een aantal feiten en omstandigheden naar voren die er op zouden kunnen wijzen, dat verdachte betrokken is bij de gewelddadige dood van [slachtoffer]. De rechtbank is uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting echter niet kunnen blijken, wat de daadwerkelijke betrokkenheid van verdachte bij de dood van het slachtoffer zou zijn geweest.
Weliswaar is door de echtgenote van verdachte, [echtgenote van verdachte] bij de politie de verklaring afgelegd dat zij van verdachte zou hebben vernomen dat hij de dood van het slachtoffer heeft georganiseerd doch deze verklaring is door haar met opgave van reden bij de rechter-commissaris ingetrokken. Ook ter terechtzitting heeft de getuige gemotiveerd aangegeven om welke reden zij een valse verklaring tegen haar echtgenoot zou hebben afgelegd.
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, mede gelet op de inhoud van evenbedoelde motivering, van oordeel dat de getuige niet aan haar verklaring tegenover de politie kan worden gehouden, zodat deze niet als bewijs in deze strafzaak kan worden gebezigd. Nu er naar het oordeel van de rechtbank ook voorts geen nader concreet bewijs tegen verdachte aanwezig is dient verdachte te worden vrijgesproken van de hem telastgelegde feiten.
Ten overvloede merkt de rechtbank op, dat ook al zou moeten worden geoordeeld dat de belastende verklaring van de getuige voor het bewijs gebruikt had kunnen worden, deze op onvoldoende wijze door de andere aan de rechtbank ter beschikking staande feiten en omstandigheden wordt ondersteund, zodat ook in dat geval geen veroordeling voor een van de feiten had kunnen volgen.
De rechtbank zal het bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
De vordering van de benadeelde partij.
De rechtbank zal - gelet op het feit dat verdachte zal worden vrijgesproken van alle hem telastgelegde feiten - de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de teruggave aan rechthebbenden gelasten van de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1., te weten 1 personenauto, [kenteken], Suzuki Alto, kleur grijs en eveneens genummerd 1., te weten 1 personenauto, [kenteken], Nissan Sunny, kleur groen.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1. primair, 1. subsidiair, 1 meer subsidiair, 1. nog meer subsidiair, 1. nog meer meer subsidiair, 2. primair, 2. subsidiair en 2. meer subsidiair, telastgelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
in verzekering gesteld op : 27 januari 2005,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 1 februari 2005,
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte en beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in haar vordering;
gelast de teruggave van de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1., te weten 1 personenauto, [kenteken], Suzuki Alto, kleur grijs en eveneens genummerd 1., te weten 1 personenauto, [kenteken], Nissan Sunny, kleur groen.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Poustochkine, voorzitter,
Eisses en Wijnnobel-Van Erp, rechters,
en Van Caspel, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 september 2005.