ECLI:NL:RBSGR:2005:AU1285

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
15 augustus 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/757220-05
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W. A.A. Wijnnobel - van Erp
  • Hoek
  • Ju
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in overval op casino te Scheveningen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 augustus 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een overval op een casino in Scheveningen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij betrokken was bij de overval. De zaak kwam aan het licht na verklaringen van de verdachte en medeverdachten, die op 2 februari 2005 samen naar het casino waren gereden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medeverdachten, [Y. A.A.] en [M. S.], de overval hebben gepleegd, terwijl de verdachte en een andere medeverdachte, [H. H.], het casino binnen gingen. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten kritisch beoordeeld, vooral die van [Y. A.A.], die aanvankelijk als verdachte was gehoord maar later als getuige terugkwam op zijn belastende verklaringen over de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de aanvankelijke verklaringen van [Y. A.A.] onvoldoende overtuigend waren om tot een bewezenverklaring van medeplegen door de verdachte te komen. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de overval of dat hij betrokken was bij het voornemen daartoe. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de waarheid had verteld over zijn reis naar het casino, maar dat dit niet afdeed aan de vrijspraak. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hem ten laste gelegde feiten, en heeft hem vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
( VONNIS)
parketnummer 09/757220-05
rolnummer 0003
's-Gravenhage, 15 augustus 2005
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[W. A.A.],
geboren te [geboorteplaats] (Irak) op [geboortedatum],
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 01 augustus 2005.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr R.A. van der Velde, advocaat te Utrecht, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Kamps heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De telastlegging.
Aan de verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hierbij het volgende.
Uit de verklaringen van verdachte en de medeverdachten [Y. A.A.], [M. S.], [H. H.] en [A. A. M.], blijkt dat zij op 2 februari 2005 gezamenlijk naar het casino te Scheveningen zijn gereden met de auto van de moeder van verdachte. Omstreeks 19.30 uur heeft [A. A. M.] het casino betreden. Iets na 20.00 uur is de auto het parkeerterrein in de nabijheid van het casino opgereden. [A. A. M.] heeft zich daarna weer bij de overigen gevoegd. Uit de afgelegde verklaringen en de inhoud van het dossier is voorts komen vast te staan dat [H. H.] en verdachte vervolgens het casino zijn binnengegaan. Enige tijd later hebben [Y. A.A.] en [M. S.] het casino betreden. [A. A. M.] is bij de auto achtergebleven. [Y. A.A.] en [M. S.] hebben vervolgens de in het casino aanwezige werknemer, [werknemer], overvallen en beroofd.
Van eventuele betrokkenheid van verdachte zou in beginsel kunnen blijken uit de door [Y. A.A.] ten overstaan van de politie als verdachte afgelegde verklaringen. Nadien is [Y. A.A.] evenwel, gehoord als getuige door de rechter-commissaris, gemotiveerd teruggekomen op zijn als verdachte afgelegde verklaringen, voor zover daarin door hem belastend was verklaard over verdachte. Ter zitting als getuige gehoord heeft [Y. A.A.] zijn getuigenverklaring, zoals afgelegd voor de rechter-commissaris, bevestigd.
De aanvankelijk door [Y. A.A.] als verdachte afgelegde verklaring acht de rechtbank onvoldoende overtuigend om te komen tot een bewezenverklaring van het medeplegen door verdachte van de gepleegde overval.
Ook de overige afgelegde verklaringen of anderszins vastgestelde omstandigheden geven onvoldoende grond te komen tot het oordeel dat verdachte in strafrechtelijk relevante zin is betrokken bij de overval op het casino. Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende komen vast te staan dat verdachte wetenschap had van de overval of het voornemen daartoe bij anderen.
De omstandigheid dat verdachte aanvankelijk in zijn verklaring als verdachte bij de politie niet de waarheid heeft verteld, onder meer omtrent de omstandigheid dat hij tezamen met de medeverdachten in de door hem bestuurde auto naar het casino is gegaan, doch heeft toen heeft verklaard dat hij daar met het openbaar vervoer heen is gereisd, doet daaraan niet af.
Evenmin doet daaraan de omstandigheid af dat verdachte, nadat hij het casino had verlaten, medeverdachte [A. A. M.], die zich in de geparkeerde auto bevond, heeft getracht te bellen met het verzoek om hem en medeverdachte [H. H.] op te pikken. Niet is immers komen vast te staan dat dit verzoek het oog had op de vlucht na het plegen van een strafbaar feit als aan verdachte telastegelegd.
Derhalve kan de rechtbank niet tot bewezenverklaring van het telastegelegde feit komen en wordt verdachte daarvan vrijgesproken.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het telastgelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Wijnnobel - van Erp, voorzitter,
Hoek en Ju, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Van de Vrede, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 augustus 2005.