ECLI:NL:RBSGR:2005:AU0182
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige handelingen van de Staat der Nederlanden in asielprocedure en onderzoek in Azerbeidzjan
In deze zaak vordert eiseres, een asielzoekster, dat de gedaagde, de Staat der Nederlanden (Ministerie van Buitenlandse Zaken), wordt geboden om zijn onderzoek in Azerbeidzjan te staken totdat in de bodemprocedure is beslist of dat onderzoek rechtmatig is. Eiseres stelt dat het onderzoek onzorgvuldig is uitgevoerd en dat dit heeft geleid tot onrechtmatige gevolgen voor haar positie in de asielprocedure. Tijdens een vragenuur in de Tweede Kamer heeft de minister van Buitenlandse Zaken verklaard dat vertrouwenspersonen geen namen van asielzoekers mogen noemen, maar in de praktijk blijkt dit niet altijd het geval te zijn. Eiseres stelt dat als gevolg van het handelen van gedaagde, een lerares wiskunde niet meer bereid is om een verklaring af te leggen, wat haar positie in de asielprocedure heeft verslechterd.
De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres een redelijk belang heeft om te voorkomen dat er onzorgvuldig onderzoek wordt verricht in Azerbeidzjan, wat niet alleen haar belangen kan schaden, maar ook die van haar familieleden. De rechter wijst erop dat gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat het onderzoek op zorgvuldige wijze is uitgevoerd en dat er twijfels bestaan over de veiligheid van de betrokken personen. De voorzieningenrechter besluit om gedaagde te gebieden verder onderzoek in Azerbeidzjan achterwege te laten totdat er garanties zijn verstrekt die de zorgen over de zorgvuldigheid van het onderzoek wegnemen. De zaak wordt pro forma aangehouden tot 23 juli 2005 voor verdere behandeling van de garanties.