ECLI:NL:RBSGR:2005:AT9957
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht
Op 1 maart 2005 heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, dat op 26 januari 2005 was genomen. Eiser werd bij aangetekende brief van 20 april 2004 voor de tweede keer gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht van € 37,--. In deze brief werd aangegeven dat het griffierecht binnen vier weken na de dagtekening van de brief op de rekening van de rechtbank moest zijn bijgeschreven. Eiser heeft echter geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid, en de brief werd op 19 mei 2005 als onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn bijgeschreven of ter griffie gestort.
De rechtbank heeft vastgesteld dat, ingevolge artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien de betaling van het griffierecht niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft geen omstandigheden kunnen vaststellen die erop wijzen dat eiser redelijkerwijs niet in verzuim is geweest. Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk en openbaar uitgesproken op 27 mei 2005, in aanwezigheid van de griffier P. den Heijer-Keus. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.