Rolnummer KG 05/648
Datum vonnis: 5 juli 2005
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector Civiel Recht • Voorzieningenrechter
gewezen in de zaak rolnummer KG 05/648
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOULE d'OR B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Yerseke, gemeente Reimerswaal,
eiseres,
procureur: mr. H.J.A. Knijff,
advocaat: mr. B.J. van den Broek te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 2],
beiden gevestigd te Yerseke, gemeente Reimerswaal,
gedaagden,
procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaat: mr. J.J. Brinkhof te Amsterdam.
Overwegingen ten aanzien van het verloop van het geding:
Eiseres -hierna ook: Moule d'Or- heeft gedaagden -hierna ook tezamen: [gedaagden]- doen dagvaarden om te verschijnen ter terechtzitting in kort geding van 21 juni 2005. Ter zitting heeft de raadsman van Moule d'Or de vordering toegelicht aan de hand van pleitnotities en producties. [gedaagden] heeft verweer gevoerd bij monde van haar raadsman, die daarbij eveneens een pleitnota met producties heeft gehanteerd. Vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd onder overlegging van de stukken, de pleitnota's daaronder begrepen.
Overwegingen ten aanzien van het recht:
1. In dit kort geding kan van de volgende feiten worden uitgegaan:
a. Moule d'Or is rechthebbende op het Nederlands octrooi nr. 193052, haar op een aanvraag van 22 april 1994 na vooronderzoek door de octrooiraad verleend op 8 september 1998 voor een werkwijze voor het verwerken van mosselen.
b. De eerste en enige onafhankelijke conclusie van het octrooi luidt als volgt:
1. Werkwijze voor het verwerken van mosselen, omvattende de volgende stappen:
- het reinigen, van elkaar scheiden en/of sorteren van de mosselen;
- het laten verblijven van het zeevoedsel in zout water gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur, waarbij gedurende ten minste een deel van de tijdsduur het zoute water wordt gekoeld tot onder 10ºC; en
- het bij een temperatuur van onder 10ºC zodanig verpakken van de mosselen dat deze in gesloten toestand worden gehouden, met het kenmerk, dat na het reinigen, het van elkaar scheiden en/of sorteren van de mosselen, zij opnieuw enige tijd in schoon koud zeewater worden gebracht.
c. [gedaagden] is een bedrijf dat zich bezig houdt met de verwerking van mosselen. Zij is voornemens haar productiewijze met ingang van het aanstaande mosselseizoen te wijzigen en heeft daartoe een aantal nieuwe machines in haar bedrijfsruimte laten installeren.
d. De door [gedaagden] voorgenomen productiewijze omvat, kort gezegd in elk geval de volgende stappen:
- het verwateren van de mosselen, waarbij deze van zand en ander vuil worden ontdaan;
- het vervoer van de mosselen naar een zogenaamde "ontbaardingsmachine", waar de mosselen van elkaar worden gescheiden en hun byssusdraden worden verwijderd;
- het vervoer van de mosselen naar de verpakkingsafdeling, waarbij de mosselen, al naar gelang hun grootte, één van zeven door [gedaagden] als "opvoerhoppers" aangeduide, met gekoeld schoon zeewater gevulde tanks passeren;
- het verpakken van de mosselen in één van de 11 verpakkingsmachines.
De vordering, de grondslag daarvoor en het verweer
2. Moule d'Or vordert (samengevat) dat [gedaagden] zal worden verboden om direct dan wel indirect inbreuk te maken op het octrooi, althans onrechtmatig te handelen, zulks op straffe van een dwangsom.
3. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten legt Moule d'Or aan die vordering de stelling ten grondslag dat [gedaagden] op het octrooi inbreuk maakt, althans dreigt dat te doen.
4. [gedaagden] heeft tegen de vordering van Moule d'Or gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voorzover van belang, in het onderstaande nader worden ingegaan.
Beoordeling van het geschil
5. [gedaagden] heeft als meest verstrekkend verweer betoogd dat Moule d'Or aanstonds in haar vordering niet-ontvankelijk behoort te worden verklaard, aangezien zij niet aan haar stelplicht zou hebben voldaan. Dat verweer wordt verworpen, nu uit de dagvaarding duidelijk valt af te leiden waarop Moule d'Or de door haar gestelde inbreuk op haar octrooirechten grondt, en (de raadsman van) [gedaagden] dat, blijkens de wijze waarop ter zitting verweer is gevoerd, ook zeer wel heeft begrepen.
6. Vast staat dat [gedaagden] in het verleden nimmer inbreuk heeft gemaakt op het octrooi, en dat ook niet deed ten tijde van de behandeling van het kort geding, eenvoudigweg omdat zij de door Moule d'Or gewraakte productiemethode nog niet gebruikt. Nu het hier gaat om een werkwijze-octrooi, kan het door Moule d'Or gevraagde inbreukverbod dan ook slechts worden gegeven indien op voorhand voldoende aannemelijk is dat [gedaagden] door het in gebruik nemen van die methode inbreuk zal gaan maken op het octrooi.
7. Het onderhavige octrooi is reeds eerder inzet geweest van een procedure, door Moule d'Or aangespannen tegen het bedrijf [bedrijf] te Yerseke. In die procedure stelde Moule d'Or dat [bedrijf] inbreuk maakte op het octrooi, terwijl [bedrijf] in reconventie nietigverklaring van het octrooi vorderde. Bij vonnis van 27 februari 2002 (in deze procedure overgelegd) heeft de Meervoudige Kamer van deze rechtbank geoordeeld (samengevat) dat het octrooi geldig is en dat [bedrijf] inbreuk op dat octrooi maakte. [bedrijf] heeft geen hoger beroep tegen dat vonnis ingesteld doch een licentie onder het octrooi genomen.
8. Zoals ook in voormeld vonnis is overwogen -hetgeen de voorzieningenrechter overneemt- heeft het octrooi betrekking op een werkwijze, die leidt tot een langere levensduur van de mosselen tijdens het verwerkingsproces. Die levensduur is, na het verwijderen van de byssusdraden, ongeveer drie dagen, in welke periode de mosselen in beginsel verpakt en uitgeleverd zouden moeten worden. In de stand van de techniek was het verwerkingsproces er dan ook op gericht om dat proces zo snel mogelijk en continu te laten verlopen. Het octrooi is gebaseerd op het inzicht dat juist het -niet voor de hand liggende- onderbreken van dat proces door de mosselen enige tijd te laten recupereren in schoon, koud zeewater er toe leidt dat de levensduur van de mosselen wordt verlengd tot ongeveer acht dagen.
9. Waar het dan ook in dit kort geding om gaat is of aannemelijk is dat in het voorgenomen proces van [gedaagden] een dergelijke onderbreking ter recuperering van de mosselen zal worden ingebouwd.
10. Moule d'Or heeft betoogd dat het niet anders kan dan dat zulks inderdaad de bedoeling van [gedaagden] is. Moule d'Or heeft daarbij gewezen op de in de productielijn van [gedaagden] opgenomen opvoerhoppers. Moule d'Or heeft gesteld dat deze opvoerhoppers niets anders zijn dan gekoelde opslagtanks waarin de mosselen na het ontbaarden en voor het verpakken geruime tijd kunnen en dus ook zullen verblijven, waarmee reeds voldaan wordt aan het kenmerkende gedeelte van conclusie 1 van het octrooi.
11. [gedaagden] heeft daar tegen ingebracht dat zij in het geheel niet van plan is om de mosselen anders dan voor korte tijd (vijf à tien minuten) in de opvoerhoppers te laten verblijven en dat dan ook nog slechts indien zich daarvoor in concreto een noodzaak voordoet. [gedaagden] heeft dit toegelicht door aan te voeren dat zij een continu verwerkingsproces voorstaat waarbij de mosselen in beginsel zonder onderbreking van verwatering via ontbaarding naar de verpakkingsmachines worden gevoerd. De opvoerhoppers zijn, aldus [gedaagden], uitsluitend bestemd om kortdurend een buffer te vormen voor het geval dat voor mosselen van een bepaalde soort niet de gewenste verpakkingsmachine beschikbaar is. Uitsluitend gedurende de tijd die nodig is om daarop te wachten verblijven de mosselen in de opvoerhopper.
12. Ten processe zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit op voorhand volgt dat de stellingen van [gedaagden] omtrent de door haar geschetste wijze waarop zij mosselen zal gaan verwerken als onjuist of ongeloofwaardig van de hand moeten worden gewezen. De enkele omstandigheid dat de opvoerhoppers mogelijk geschikt zijn om de mosselen daarin langer dan vijf à tien minuten te laten verblijven betekent nog niet dat zulks in de praktijk ook zal gebeuren, laat staan met enige regelmaat. Duidelijke aanwijzingen daarvoor volgen niet uit de door [gedaagden] voorgenomen productiewijze, zoals deze ter zitting aan de hand van tekeningen en foto's is toegelicht. En dat heeft weer tot gevolg dat niet is gebleken van duidelijke aanwijzingen voor een dreigende inbreuk op het octrooi. Met het begrip "enige tijd" als genoemde in het kenmerk van conclusie 1 van het octrooi kan immers niet zijn bedoeld een periode van vijf à tien minuten zoals door [gedaagden] beschreven, aangezien een dergelijke korte periode niet genoeg is om het effect van het octrooi, te weten het recupereren van de mosselen met als gevolg een langere levensduur, te bereiken.
13. Een en ander voert tot de slotsom dat aan de vordering van Moule d'Or de grondslag komt te ontvallen, zodat die vordering zal worden afgewezen.
14. [gedaagden] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de op deze procedure vallende kosten.
VEROORDEELT eiseres in de op deze procedure vallende kosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden begroot op € 244,-- aan verschotten en € 816,-- aan procureurssalaris.
Aldus gewezen door mr. J.W. du Pon en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juli 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.