ECLI:NL:RBSGR:2005:AT9376

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 05/1133 BESLU
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring ingesteld beroep wegens niet betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 mei 2005 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk, maar verzuimde het verschuldigde griffierecht van € 136,-- tijdig te betalen. Eiser werd bij aangetekende brief van 6 april 2005 voor de tweede maal gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de mededeling dat dit binnen vier weken na dagtekening van de brief op de rekening van de rechtbank moest zijn bijgeschreven. Eiser heeft echter niet binnen deze termijn betaald, noch heeft hij de gronden en een kopie van het besluit overgelegd. Hierdoor kon de rechtbank niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren, zoals bepaald in artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren die erop wezen dat eiser redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. De uitspraak werd gedaan door mr. C.J. Waterbolk en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier P. den Heijer-Keus. Tegen deze uitspraak staat een rechtsmiddel open, waarbij verzet kan worden gedaan binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank 's-Gravenhage
sector bestuursrecht
tweede afdeling, enkelvoudige kamer
Reg.nr. AWB 05/1133 BESLU
UITSPRAAK
als bedoeld in artikel 8:54
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Uitspraak in het geding tussen
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,
en
het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk, verweerder.
Ontstaan en loop van het geding
Bij schrijven van 28 december 2004, bij deze rechtbank ingekomen op 23 februari 2005, heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 30 november 2004.
Motivering
Eiser is voor het door hem ingestelde beroep € 136,-- aan griffierecht verschuldigd. Een beroep wordt ingevolge artikel 8:41, tweede lid, van de Awb niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van het beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Eiser is bij aangetekende brief van 6 april 2005 voor de tweede maal op de verschuldigdheid van het griffierecht gewezen. Daarbij is meegedeeld dat het verschuldigde griffierecht binnen vier weken na dagtekening van deze brief moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank. Tevens is vermeld dat, indien van deze gelegenheid niet binnen de termijn gebruik is gemaakt, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Het bedrag is niet binnen de aldus gestelde termijn op de rekening van de rechtbank bijgeschreven en evenmin binnen die termijn ter griffie gestort.
Tevens heeft eiser verzuimd de gronden en een kopie van het besluit te overleggen.
Niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat eiser in verzuim is geweest. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij aan de rechtbank verzoeken omtrent het verzet te worden gehoord.
Aldus gegeven door mr. C.J. Waterbolk en in het openbaar uitgesproken op
27 mei 2005, in tegenwoordigheid van de griffier P. den Heijer-Keus.