ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3959
Rechtbank 's-Gravenhage
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de voortzetting van de vrijheidsontnemende maatregel in het kader van vreemdelingenbewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 februari 2005 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de voortzetting van de vrijheidsontnemende maatregel tegen eiseres, een Somalische vrouw die in Nederland verblijft. Eiseres had beroep ingesteld tegen de voortzetting van haar detentie op grond van artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel rechtmatig is, omdat er zicht op uitzetting bestaat, ondanks de argumenten van eiseres dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Eiseres had eerder haar verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken en verweerder had pas later actie ondernomen. De rechtbank oordeelt dat het stilzitten van verweerder niet automatisch leidt tot onrechtmatigheid van de maatregel. De rechtbank heeft ook overwogen dat de mededelingen van de minister over uitzettingen naar Somalië in het kader van de tsunami-ramp geen invloed hebben op de geldigheid van de maatregel. De rechtbank concludeert dat de vrijheidsontnemende maatregel kan worden voortgezet, omdat eiseres zelf de plicht heeft om te vertrekken en er geen belemmeringen zijn voor haar uitzetting. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.