ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3934

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
15 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09-926034/04
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. de Boer
  • A. Smid-Verhage
  • C. Veldt-Foglia
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in verband met intakegesprek bij Stichting Arta-Lievegoedgroep

Op 15 april 2005 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 09-926034/04, waarin de voorlopige hechtenis van de verdachte opnieuw werd geschorst. De rechtbank overwoog dat de verdachte eerder op 22 maart 2005 een intakegesprek zou hebben bij de Stichting Arta-Lievegoedgroep, maar dat dit gesprek niet doorging omdat de politie eiste dat zij bij het gesprek aanwezig zouden zijn en de verdachte handboeien moest dragen. De instelling weigerde onder deze omstandigheden het gesprek te voeren. Tijdens de zitting op 6 april 2005 verzocht de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. Van Leeuwen, om schorsing van de voorlopige hechtenis voor de duur van het intakegesprek dat gepland was op 18 mei 2005. De officier van justitie, mr. Kole, werd ook gehoord over dit verzoek. De rechtbank oordeelde dat er termen aanwezig waren om de voorlopige hechtenis te schorsen, onder de voorwaarde dat de verdachte op 18 mei 2005 onder begeleiding van aangewezen begeleider(s) naar de stichting zou worden overgebracht voor het intakegesprek. De schorsing zou ingaan op 18 mei 2005 om 13:00 uur en zou duren tot het einde van het intakegesprek. De rechtbank stelde ook voorwaarden aan de schorsing, waaronder dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis zou onttrekken en zich gedurende de schorsing niet aan strafbare feiten zou schuldig maken. Tevens werd bepaald dat er geen handboeien zouden worden aangelegd tijdens het intakegesprek en dat er geen politie of andere begeleiders aanwezig zouden zijn, tenzij met goedvinden van de medewerkers van de instelling en de verdachte.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE
parketnummer 09-926034/04
SCHORSING VOORLOPIGE HECHTENIS
Gelet op het onderzoek ter openbare terechtzitting van 6 april 2005 in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres: [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, locatie Zoetermeer, Huis van Bewaring, te Zoetermeer.
Op de zitting van 6 april 2005 hebben de verdachte en zijn raadsman, mr. Van Leeuwen, advocaat te 's-Gravenhage, schorsing van de voorlopige hechtenis verzocht met ingang van 18 mei 2005 te 13.00 uur voor de duur van het door verdachte te houden intakegesprek bij Stichting Arta-Lievegoedgroep te Staphorst.
De officier van justitie, mr. Kole, is op diezelfde zitting op dit verzoek gehoord.
De rechtbank overweegt het volgende:
- de voorlopige hechtenis van verdachte is eerder door de rechtbank geschorst ten einde hem in de gelegenheid te stellen op 22 maart 2005 een intakegesprek te voeren bij voornoemde stichting Arta-Lievegoedgroep;
- gebleken is dat verdachte op 22 maart 2005 in opdracht van de officier van justitie door de politie naar genoemde instelling is gebracht en dat verdachte na aankomst aldaar door de politie handboeien zijn aangelegd die hij gedurende het gehele intakegesprek zou moeten dragen;
- voorts is vast komen staan dat de politie verlangde bij het intakegesprek aanwezig te zijn;
- van de zijde van de instelling Arta is geweigerd onder die omstandigheden met verdachte een intakegesprek te voeren waardoor het intakegesprek geen doorgang heeft gevonden;
- de officier van justitie heeft ter zitting van 6 april 2005 verklaard dat de politie heeft gehandeld overeenkomstig het van toepassing zijnde protocol en dat niet valt uit te sluiten dat bij een nieuwe gelegenheid tot het houden van een intakegesprek de hiervoor geschetste gang van zaken zich zal herhalen;
De rechtbank acht termen aanwezig de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen.
BESLISSING:
1. de rechtbank gelast dat verdachte op 18 mei 2005 onder begeleiding van de door de officier van justitie aan te wijzen begeleider(s) vanuit het huis van bewaring zal worden overgebracht naar de stichting Arta-Lievegoedgroep, Introductiecentrum Hamingen, te Staphorst ten einde aldaar op die dag vanaf 13:00 uur een intakegesprek te kunnen voeren;
2. de rechtbank beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte op 18 mei 2005 vanaf 13:00 uur, dan wel, indien het intakegesprek op een ander tijdstip aanvangt met ingang van dat andere tijdstip, en dat de schorsing zal voortduren tot aan het moment van het einde van het intakegesprek;
3. de schorsing van de voorlopige hechtenis geschiedt onder de volgende voorwaarden, welke verdachte zich bereid heeft verklaard na te komen:
- dat verdachte - indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen - zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis zal onttrekken;
- dat verdachte zich gedurende de schorsing niet aan enig strafbaar feit zal schuldig maken dan wel zich op andere wijze zal misdragen;
4. de rechtbank verstaat voorts dat:
a: bij verdachte gedurende het intakegesprek geen handboeien zullen zijn aangelegd;
b: bij het intakegesprek geen politie of andere begeleiders aanwezig zullen zijn, tenzij met goedvinden van de medewerker(s) van de instelling Arta c.q. het Introductiecentrum Hamingen voornoemd en van verdachte.
Aldus gedaan te 's-Gravenhage op 15 april 2005 door mr. De Boer, voorzitter, mrs. Smid-Verhage en Veldt-Foglia, rechters, in tegenwoordigheid van Rietbroek, griffier.