ECLI:NL:RBSGR:2005:AS4330
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van aandelenleaseovereenkomst als huurkoop in het geval van Aegon Financiële Diensten BV
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Gravenhage werd behandeld, hebben eisers, een echtpaar, een overeenkomst van aandelenlease afgesloten met Aegon Financiële Diensten BV, genaamd 'Vliegwiel Kapitaal'. De overeenkomst, die op of omstreeks 1 april 1998 werd gesloten, had een looptijd van vijf jaar en betrof een totale leasesom van f 329.547,64. Door een koersval op de aandelenbeurs resteerde na afloop van de looptijd een restschuld van € 39.608,66, wat leidde tot een verlenging van de overeenkomst onder protest door de eisers. De advocaat van eisers heeft de overeenkomst later buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling, maar Aegon heeft dit verwerpende standpunt ingenomen en eiste dat eisers aan de overeenkomst gebonden bleven.
Eisers vorderden in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat de overeenkomst buitengerechtelijk is vernietigd, of deze in rechte te vernietigen, en daarnaast een verklaring voor recht dat Aegon wanprestatie heeft gepleegd. Aegon heeft in een incidentele conclusie de verwijzing van de procedure naar de civiele sector van de rechtbank gevorderd, stellende dat de overeenkomst geen huurkoop was. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de overeenkomst van aandelenlease wel degelijk als huurkoop gekwalificeerd kan worden, en heeft de zaak aan zich gehouden.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er in de literatuur en lagere jurisprudentie nog geen eenduidig oordeel van de Hoge Raad is over de kwalificatie van dergelijke overeenkomsten. De kantonrechter sluit zich aan bij de tendens in de lagere jurisprudentie die deze overeenkomsten als huurkoop beschouwt, en verwijst naar eerdere uitspraken ter onderbouwing van zijn oordeel. Aegon werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het verwijzingsincident, en de zaak werd verwezen naar de rol voor een inhoudelijke conclusie van antwoord in de hoofdzaak.