ECLI:NL:RBSGR:2004:AS2037
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.P. Kleijn
- N. Hobbij
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van vreemdeling wegens schending van termijn in vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 december 2004 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling, die op 14 december 2004 was opgelegd. De vreemdeling, die in Uitzetcentrum Zestienhoven verbleef, had op 16 december 2004 een beroepschrift ingediend tegen het besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, waarbij de maatregel van bewaring was opgelegd. De rechtbank overwoog dat de vreemdeling niet ter zitting was aangevoerd, wat in strijd was met artikel 94, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De rechtbank stelde vast dat het zittingsrooster van de rechtbank niet voorzag in een habeas corpuszitting binnen de termijn van veertien dagen, zoals vereist door de wet. Hierdoor was de maatregel van bewaring onrechtmatig. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de opheffing van de maatregel van bewaring per 28 december 2004 en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd de Minister veroordeeld in de proceskosten van de vreemdeling, vastgesteld op € 644,--. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Vreemdelingenwet en de rechten van vreemdelingen in het kader van vrijheidsontneming.