ECLI:NL:RBSGR:2004:AR5705
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van minderjarige met Burundese nationaliteit en geloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van eiseres, een minderjarige van Burundese nationaliteit, die op 21 april 2000 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend. De aanvraag werd op 30 oktober 2002 door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afgewezen, omdat verweerder twijfels had over de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiseres. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 30 september 2004 geoordeeld dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de bijzondere omstandigheden van eiseres als minderjarige, die niet naar een reguliere school is geweest en wiens deelname aan het maatschappelijk leven onduidelijk is. De rechtbank concludeert dat de argumenten van verweerder om het relaas van eiseres ongeloofwaardig te achten niet voldoende zijn onderbouwd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de IND zich niet rekenschap heeft gegeven van het feit dat eiseres een minderjarige is en dat de beoordeling van haar asielaanvraag niet in overeenstemming is met de geldende richtlijnen voor minderjarige asielzoekers. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen van minderjarigen, waarbij rekening moet worden gehouden met hun persoonlijke, familie- en culturele achtergrond. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de geloofwaardigheid van het asielrelaas niet enkel kan worden beoordeeld op basis van de antwoorden op specifieke vragen, maar dat er een breder perspectief moet worden gehanteerd, vooral in het licht van de kwetsbaarheid van minderjarige asielzoekers.