ECLI:NL:RBSGR:2004:AR5702
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verblijfsvergunning op basis van gezinshereniging en bewijsnood
In deze zaak heeft eiseres, een Angolese vrouw geboren in 1983, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning in Nederland met als doel gezinshereniging bij haar vader. De aanvraag werd afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) omdat eiseres niet kon aantonen dat zij feitelijk tot het gezin van haar vader behoorde, en er ontbraken gelegaliseerde documenten die de familierechtelijke relatie konden bevestigen. Eiseres beriep zich op bewijsnood, aangezien zij in Angola geen toegang had tot de benodigde documenten door de chaos die volgde op de burgeroorlog. De rechtbank oordeelde dat de IND onvoldoende had getoetst aan de vraag of het niet inwilligen van de aanvraag een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zou kunnen opleveren. De rechtbank stelde vast dat eiseres gemotiveerd had aangegeven waarom er sprake was van bewijsnood en dat de IND had moeten overleggen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de situatie van eiseres te beoordelen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond en vernietigde het bestreden besluit van de IND, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met de uitspraak. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.