ECLI:NL:RBSGR:2004:AR5008

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/037483-04
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Quadekker
  • M. Bosma
  • J. Krekel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadig gedrag op camping met ernstige verwondingen als gevolg

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 18 oktober 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 26 juni 2004 te Noordwijk aan Zee, na het nuttigen van alcohol, zeer gewelddadig heeft gehandeld. De verdachte heeft zijn huisgenoot, aangeduid als [slachtoffer 1], opzettelijk met een mes gestoken in de arm en borstkas. Later die dag, na een confrontatie met een mede-campingbewoner, [slachtoffer 2], heeft de verdachte opnieuw met voorbedachten rade met twee messen op deze persoon ingestoken, wat resulteerde in een ernstige steekwond tot in de longruimte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord en poging tot doodslag, en dat de slachtoffers ernstig zijn verwond. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Daarnaast zijn er verschillende inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd verklaard en gelast dat andere voorwerpen aan de verdachte worden teruggegeven. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het alcoholprobleem van de verdachte en zijn status als illegaal verblijfhouder, wat invloed heeft gehad op de mogelijkheden voor hulpverlening. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 33, 33a, 45, 57, 287 en 289 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/037483-04
rolnummer 0006
's-Gravenhage, 18 oktober 2004
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedatum],
adres: [adres].
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, Penitentiair Complex Scheveningen, Unit 2.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 4 oktober 2004.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.J. Vroegindeweij, advocaat te Katwijk aan Zee, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. Barkhuijsen heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 en 2 telastgelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen opgenomen in de beslaglijst onder vermelding van nummer 8 en 9 zullen worden verbeurdverklaard, dat de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen opgenomen onder de nummers 6 en 7 zullen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende, en dat de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen opgenomen onder de nummers 1 tot en met 5 en nummer 10 zullen worden teruggegeven aan verdachte.
De telastlegging.
Aan de verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan is de rechtbank tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat de verdachte de op de dagvaarding onder 1 en 2 telastgelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straffen en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt ten aanzien van de op te leggen straf in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 26 juni 2004 te Noordwijk aan Zee, na het nuttigen van de nodige alcoholhoudende drank, op de camping waar verdachte verbleef, zeer gewelddadig gedragen jegens zijn huisgenoot en een mede-campingbewoner. Verdachte heeft uit onvrede over de samenwoon-situatie, [slachtoffer 1] opzettelijk met een mes gestoken in zijn arm en borstkas. Vervolgens is verdachte later diezelfde dag door een mede campingbewoner, [slachtoffer 2], aangesproken op zijn gedrag omtrent het steken van [slachtoffer 1]. Na het ontstaan van een ruzie en een handgemeen, heeft verdachte opzettelijk en met voorbedachten rade met twee messen op [slachtoffer 2] ingestoken. Het slachtoffer heeft hierdoor een ernstige steekwond opgelopen tot in de longruimte.
Door aldus te handelen heeft verdachte de slachtoffers ernstig verwond. De omstandigheid dat de slachtoffers het leven niet hebben verloren is een gelukkige, die geenszins aan de verdiensten van verdachte is te danken. Door deze poging tot moord en poging tot doodslag is de rechtsorde ernstig geschokt en is de lichamelijke integriteit van de slachtoffers geschonden.
De rechtbank heeft acht geslagen op een voorlichtingsrapport uitgebracht door de justitiële verslavingszorg van psycho-medisch centrum Parnassia omtrent de persoon van de verdachte. Het voorlichtingsrapport is op 13 september 2004, opgemaakt en ondertekend door M. Gernler, manager reclassering en P.P. Mellink, reclasseringswerker. Hierin wordt geconcludeerd dat verdachte een alcoholprobleem heeft. Gezien de illegale status van verdachte onthoudt de reclassering zich van een strafadvies. Betrokkene kan, gezien zijn status, geen gebruik maken van de hulpverleningsmogelijkheden en kan geen werkstraf uitvoeren.
De rechtbank neemt, mede door het verhandelde ter terechtzitting en de stukken in het dossier, de conclusies van de reclassering over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank heeft acht geslagen op een naam van verdachte staand uittreksel uit het Landelijk Strafregister van het arrondissementsparket te [geboorteplaats] d.d. 13 september 2004 waaruit blijkt dat verdachte in zijn land van herkomst, Polen, in het verleden vaker met politie en justitie in aanraking is geweest doch in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Al het voorgaande overwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden aanzienlijke duur passend en geboden.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 8 en 9 verbeurdverklaren, zijnde deze voorwerpen voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met behulp van deze aan verdachte toebehorende voorwerpen de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten zijn begaan.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 tot en met 5 en nummer 10, te weten een paar schoenen, een jeans broek, een T-shirt, beddengoed, een sportsok en een mouwloos shirt.
Onvoldoende duidelijk is geworden aan wie de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 6 en 7, te weten een meerkleurig shirt, maat L en een witte handdoek, in eigendom toebehoort.
De rechtbank zal, nu geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt, de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 45, 57, 287 en 289 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 2 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
poging tot moord;
ten aanzien van feit 2:
poging tot doodslag
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaar;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
in verzekering gesteld op : 26 juni 2004,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 29 juni 2004,
verklaart verbeurd de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 8 en 9, te weten: twee messen;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1 tot en met 5 en 10, te weten: een paar schoenen, een jeans broek, een T-shirt, beddengoed, een sportsok en een mouwloos shirt;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 6 en 7, te weten: een meerkleurig shirt maat L en een witte handdoek;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Quadekker, voorzitter,
Bosma en Krekel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van Doorne, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 oktober 2004