ECLI:NL:RBSGR:2004:AR4422
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke aanvraag en herstelverzuim
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 12 juli 2004 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Srilankaanse nationaliteit, had op 8 oktober 2003 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, maar verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, had hierop niet gereageerd. Verweerder stelde dat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten en dat de brief van verzoeker niet als een aanvraag kon worden aangemerkt. Verzoeker maakte bezwaar tegen het niet tijdig beslissen en vroeg om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder in gebreke was gebleven door niet te reageren op de aanvraag van verzoeker. De voorzieningenrechter benadrukte dat verzoeker er op mocht vertrouwen dat zijn aanvraag in behandeling was genomen, aangezien verweerder niet binnen de wettelijk gestelde termijn van zes maanden had gereageerd. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker in de gelegenheid gesteld moest worden om zijn aanvraag aan te vullen, en dat verweerder verzoeker niet uit Nederland mocht verwijderen totdat er een beslissing was genomen op de aanvraag.
De voorzieningenrechter wees het verzoek toe en veroordeelde verweerder in de proceskosten van verzoeker, die op € 644,- werden begroot. Tevens werd de Staat der Nederlanden aangewezen als rechtspersoon voor de vergoeding van het griffierecht van € 136,-. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.