ECLI:NL:RBSGR:2004:AR4226
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van een Congolese vluchteling en de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 juli 2004 uitspraak gedaan in een asielprocedure van eiser, een Congolese burger, die een aanvraag om toelating als vluchteling had ingediend. Eiser heeft aangevoerd dat hij en zijn familie gevaar liepen vanwege de betrokkenheid van zijn vader bij het regime van Kabila in de Democratische Republiek Congo. Eiser stelde dat zijn vader op 13 maart 1999 was meegenomen en verbrand, en dat zijn moeder op 24 maart 1999 door militairen was neergeschoten. Eiser heeft verklaard dat hij samen met zijn oudste broertje is gevlucht na deze gebeurtenissen.
De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiser beoordeeld, waarbij verweerder het relaas ongeloofwaardig achtte op basis van individuele ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse Zaken. Eiser heeft echter een kopie van een plattegrond van Kinshasa overgelegd, waaruit blijkt dat de door hem genoemde straat wel degelijk bestaat. De rechtbank oordeelde dat deze plattegrond een concreet aanknopingspunt biedt voor twijfel aan de juistheid van de ambtsberichten en dat verweerder zijn standpunt onvoldoende heeft gemotiveerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet tegengeworpen is dat hij onvoldoende documenten ter staving van zijn identiteit, nationaliteit en reisroute heeft overgelegd. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en verweerder opgedragen nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, die € 966 bedragen. De uitspraak biedt inzicht in de zorgvuldigheidseisen die gelden bij de beoordeling van asielaanvragen en de verplichtingen van de overheid om de geloofwaardigheid van asielrelaas goed te onderzoeken.