ECLI:NL:RBSGR:2004:AR2805

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/900038-04
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Elkerbout
  • M. Sentrop
  • J. van Maurik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraak en gewelddadige overval door bekende van slachtoffer

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 september 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak en een gewelddadige overval. De verdachte heeft op 7 januari 2004 in verzekering gesteld en op 9 januari 2004 in voorlopige hechtenis genomen. De woninginbraak vond plaats waarbij de verdachte vijf ringen heeft gestolen, wat niet alleen materiële schade voor het slachtoffer met zich meebracht, maar ook een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid. Het feit dat de inbraak door een bekende van het slachtoffer werd gepleegd, maakte het extra pijnlijk voor het slachtoffer.

Daarnaast heeft de verdachte samen met een mededader een gewelddadige overval gepleegd op een geldloper van een benzinestation. Tijdens deze overval heeft de verdachte geweld gebruikt om geld te bemachtigen, waarbij hij een bivakmuts droeg, wat angst en bedreiging bij het slachtoffer teweegbracht. De rechtbank heeft het zwaar aangerekend dat de verdachte en zijn mededader de overval voorafgaand aan de daad hebben gepland. Ondanks dat zij slechts een bedrag van fl. 2.000,- hebben buitgemaakt, was dit te wijten aan een ongeluk tijdens de overval.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 57, 63, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bewezenverklaarde strafbaar is en dat er geen strafuitsluitingsgronden van toepassing zijn. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/900038-04
rolnummer 0003
's-Gravenhage, 27 september 2004.
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres],
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 31 maart 2004, 28 juni 2004 en 13 september 2004.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr A.B. Baumgarten, advocaat te 's-Gravenhage, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Jordan heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1 en 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
De telastlegging.
Aan de verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan is de rechtbank tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat de verdachte de op de dagvaarding onder 1 en 2 telastgelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak en heeft daarbij vijf ringen buit gemaakt. Hierdoor is aan het slachtoffer materiële schade toegebracht, welke schade wordt vergroot door het verloren gaan van sieraden met, voor het slachtoffer, affectieve waarde. Bovendien wordt door een woninginbraak een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van het slachtoffer. Het moet voor het slachtoffer extra pijnlijk zijn geweest dat de inbraak werd gepleegd door een bekende van haar.
Voorts heeft verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een overval op een geldloper van een benzinestation. Hij heeft geweld tegen het slachtoffer gebruikt om het geld buit te maken. Verdachte droeg een bivakmuts, hetgeen angstaanjagend en bedreigend op het slachtoffer moet zijn overgekomen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat verdachte en zijn mededader, na een tip, de overval van tevoren hebben gepland en de nodige voorbereidingen hebben getroffen. Dat zij 'slechts' een bedrag van fl 2.000,- hebben buitgemaakt, is enkel te wijten aan het scheuren van de tas met geld toen verdachte deze uit de handen van de geldloper rukte.
De rechtbank heeft acht geslagen op een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland van 24 maart 2004, opgesteld door K. Hunik, reclasseringswerker. Zij onthoudt zich van enig strafadvies aangezien verdachte ontkent.
De rechtbank heeft kennis genomen van een, verdachte betreffend, uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 20 januari 2004.
De rechtbank acht, alles overziende, een gevangenisstraf van na te noemen duur een passende strafrechtelijke reactie op de door verdachte gepleegde feiten.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 57, 63, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 en 2 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 2:
diefstal vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
in verzekering gesteld op : 7 januari 2004,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 9 januari 2004;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Elkerbout, voorzitter,
Sentrop en Van Maurik, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Brekelmans, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 september 2004.