ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ9014
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van een ongewenstverklaarde vreemdeling naar Burundi onder het beschermingsbeleid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 augustus 2004 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling afkomstig uit Burundi. De vreemdeling, aangeduid als eiser, was in vreemdelingenbewaring gesteld op 11 augustus 2004. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling ongewenst was verklaard en niet beschikte over identiteitspapieren, wat de maatregel van bewaring rechtvaardigde. De gemachtigde van de vreemdeling betoogde dat er geen zicht meer was op uitzetting naar Burundi, gezien het categoriale beschermingsbeleid dat voor Burundi geldt. Echter, de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende voortvarendheid toonde in de uitzettingsprocedure en dat er geen feiten waren die de bewaring onredelijk maakten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de afweging van belangen in vreemdelingenzaken en de toepassing van het Vreemdelingenrecht.