ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ7367

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
189878
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van de geslachtsnaam in de geboorteakte van een kind met dubbele nationaliteit

In deze zaak hebben verzoekers, de ouders van een kind met dubbele nationaliteit (Nederlands en Russisch), verzocht om verbetering van de geslachtsnaam van hun kind in de geboorteakte. Het kind is geboren in [gemeente] op [geboortedatum] en heeft bij de geboorte de geslachtsnaam van de moeder gekregen, die eindigt op '-ova'. Verzoekers stellen dat Russische familienamen zich richten naar het geslacht van de drager van de naam, en dat de geslachtsnaam van hun zoon, die mannelijk is, zou moeten eindigen op '-ov'. Ze vrezen dat het kind in Rusland problemen zal ondervinden door de vrouwelijke uitgang van zijn geslachtsnaam.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van het Nederlandse recht, met inachtneming van de Wet conflictenrecht namen (Wcn). De rechtbank oordeelt dat de geslachtsnaam van het kind, dat de Nederlandse nationaliteit heeft, wordt bepaald door het Nederlandse recht, ongeacht de Russische tradities. De ouders hebben gekozen voor de geslachtsnaam van de moeder, en de rechtbank concludeert dat er geen ruimte is om het Russische namenrecht toe te passen in dit geval.

De rechtbank wijst het verzoek tot verbetering van de geslachtsnaam af, met de overweging dat het kind als bi-patride op basis van artikel 3 Wcn de mogelijkheid heeft om later een vermelding van naamsvoering in overeenstemming met het Russische namenrecht toe te voegen aan de geboorteakte. De beslissing is genomen op 12 juli 2004, waarbij de rechtbank de belangen van het kind en de juridische kaders zorgvuldig heeft afgewogen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Familie- en Jeugdrecht
Meervoudige Kamer
Verbetering akte burgerlijke stand ex art.1:24 BW
rekestnummer : 02-6641
zaaknummer : 189878
datum beschikking : 12 juli 2004
BESCHIKKING op het op 7 november 2002 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoeker] en [verzoekster] (thans: [geslachtsnaam moeder eindigend op -ova],
echtelieden, hierna: verzoekers, dan wel de verzoeker en verzoekster, de vader, de moeder of de ouders,
wonende te Wassenaar,
procureur mr. I.J. Pieters.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[voornaam ] [geslachtsnaam moeder eindigend op -ova geslachtsnaam vader],
het kind,
wonende te Wassenaar,
en
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente],
hierna: de ambtenaar,
zetelende te [gemeente].
Indien vordering ovj in kopie aan beschikking gehecht en geen
behandeling ter terechtzitting: "Feiten" en daaronder vermelde doorhalen en
volstaan met te overwegen als onder "Beoordeling".
PROCEDURE
Het verzoek strekt tot verbetering van de geboorteakte nummer [nummer] van het jaar 2000, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente [gemeente] op [datum geboorteakte] en relaterende de geboorte van het kind.
Bij het verzoekschrift zijn -voor zover van belang- overgelegd:
- een afschrift van voornoemde geboorteakte;
- een uittreksel uit de basisadministratie persoonsgegevens ten name van het kind;
- een schriftelijke verklaring d.d. 17 november 2000, nr 14404-5114/93 van het Instituut voor Russische taal, en de vertaling daarvan in de Nederlandse taal.
Ingekomen zijn:
- een brief van de ambtenaar d.d. 10 december 2002;
- een brief d.d. 1 september 2003 van de procureur, met bijlagen;
- een brief van de ambtenaar d.d. 6 november 2003, met bijlage.
De officier van justitie heeft op 17 december 2002 schriftelijk geconcludeerd.
Op 14 november 2003 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank, enkelvoudige kamer, behandeld.
Hierbij zijn verschenen: de procureur en de ambtenaar in de persoon van G.J.M. Wolvers. De procureur heeft pleitaantekeningen overgelegd.
Bij de behandeling ter terechtzitting is een mogelijke verwijzing door de rechtbank van deze zaak naar de meervoudige kamer besproken.
Ingekomen zijn voorts:
- een brief d.d. 5 januari 2004, van de procureur, met bijlage;
- een brief d.d. 13 januari 2004 van de ambtenaar met bijlage;
- brieven d.d. 23 januari 2004 en 24 februari 2004 van de procureur;
- een faxbericht ingekomen op 18 maart 2004 van de ambtenaar.
De zaak is vervolgens verwezen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.
FEITEN
Het kind is geboren te [gemeente] op [geboortedatum], als [geslachtsnaam moeder eindigend op -ova geslachtsnaam vader], [voornaam] , zoon van [geslachtsnaam vader], [voornaam vader], en [geslachtsnaam moeder eindigend op -ova geslachtsnaam vader], [voornaam moeder]. Bij de geboorteaangifte is naar Nederlands recht als geslachtsnaam van het kind gekozen voor de naam van de moeder: [geslachtsnaam moeder eindigend op -ova geslachtsnaam vader].
Verzoekster, de moeder van het kind, was -ten tijde van de geboorte van het kind en de indiening van het verzoek- Burger van Rusland. Bij Koninklijk Besluit nummer 03004476, d.d. 3 november 2003 heeft verzoekster het Nederlanderschap verkregen, met bepaling dat haar geslachtsnaam wordt gewijzigd in "[geslachtsnaam moeder eindigend op -ova]". Het kind heeft de Nederlandse nationaliteit en is daarnaast Burger van Rusland. Verzoeker, de vader van het kind, heeft de Nederlandse nationaliteit.
Het kind is bijgeschreven in het Russische paspoort van verzoekster. Zijn naam in dit paspoort luidt: [geslachtsnaam moeder eindigend op -ov geslachtsnaam vader], [voornaam].
BEOORDELING
Verzoekers wensen verbetering van de geslachtsnaam van het kind in de geboorteakte, in die zin dat deze naam zal luiden: [geslachtsnaam moeder eindigend op - ov geslachtsnaam vader].
Hiertoe stellen zij dat Russische familienamen zich richten naar het mannelijke of het vrouwelijke geslacht en wel in overeenstemming met het geslacht van de drager van de naam. Mannelijke familienamen hebben de uitgangen -ov, -ev of -in, vrouwelijke familienamen eindigen op -ova, -eva, of -ina. Met inachtneming van het voorgaande moet de familienaam van het kind, die van het mannelijk geslacht is, worden geschreven als [geslachsnaam moeder eindigend op -ov geslachtsnaam vader]. Het kind zal anders, zo stellen verzoekers, in het maatschappelijk leven in Rusland problemen ondervinden, aangezien -nu zijn geslachtsnaam een vrouwelijke uitgang heeft- iedereen er in eerste instantie vanuit zal gaan dat hij van het vrouwelijk geslacht is. Ter ondersteuning van hun stelling hebben verzoekers een verklaring van het Instituut voor Russische Taal, en een vertaling daarvan door een beëdigd vertaler, overgelegd.
De ambtenaar heeft schriftelijk het volgende meegedeeld:
- het kind ontleent bij geboorte de Nederlandse nationaliteit aan zijn vader;
- de ouders hebben gekozen voor de naam van de moeder;
- naar Nederlands recht heeft de ambtenaar geen mogelijkheid om de naam van het kind overeenkomstig de wens van de ouders aan te passen,
en conformeert zich aan het oordeel van de rechtbank. Ter nadere informatie heeft de ambtenaar een uitspraak van het Europees Hof d.d. 2 oktober 2003 (C-148-02 Garcia Avello/Belgische Staat) overgelegd.
De officier van justitie heeft het volgende geconcludeerd:
- toewijzing van het verzoek indien het kind mede de Russische nationaliteit heeft, met toepassing van het Russische namenrecht;
- afwijzing van het verzoek indien het kind enkel de Nederlandse nationaliteit heeft aangezien in dat geval het Nederlandse namenrecht van toepassing is en derhalve geen sprake is van een onvolledigheid of misslag betreffende de in de geboorteakte van het kind genoemde geslachtsnaam.
Ter terechtzitting beroept de ambtenaar zich in de eerste plaats op de Wet conflictenrecht namen (Wcn). Nu het kind naast Nederlander ook Burger van Rusland is, wordt de geslachtsnaam van het kind, overeenkomstig artikel 2, bepaald door Nederlands recht. Artikel 1:5, lid 4, BW, geeft ouders de mogelijkheid, indien een kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan, ten overstaan van de ambtenaar een verklaring af te leggen welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben, van welke verklaring een akte van naamskeuze wordt opgemaakt. In casu hebben de ouders er voor gekozen het kind de geslachtsnaam van de moeder te laten dragen. Nu krachtens de Wcn voor toepassing van het Nederlands namenrecht gekozen is, is er naar de mening van de ambtenaar geen ruimte meer om, nu het kind ook Burger van Rusland is, daarnaast Russisch namenrecht toe te passen en de geslachtsnaam van het kind volgens de regels van dat recht te verbuigen van de vrouwelijke uitgang, zoals de moeder die draagt, ("-ova") naar de uitgang
"-ov", zoals het kind, een man, die behoort te dragen.
De ambtenaar heeft voorts verklaard er geen enkel bezwaar tegen te hebben als in dit uitzonderlijke geval in één gezin de gezinsleden van elkaar afwijkende geslachtsnamen dragen.
Evenals de ambtenaar wijzen verzoekers de rechtbank op de hiervoor genoemde uitspraak van het Europees Hof d.d. 2 oktober 2003. Voorts is gewezen op een artikel van mr. E. Gubbels in Burgerzaken & Recht 2003, p. 375-376.
De rechtbank overweegt als volgt.
Volgens artikel 2 Wcn worden de geslachtsnaam en de voornaam van een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft, ongeacht de vraag of die persoon nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse interne recht, ook indien vreemd recht van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen waarvan het ontstaan of het tenietgaan gevolg kan hebben voor de geslachtsnaam. De geslachtsnaam van het kind wordt derhalve beheerst door Nederlands recht. Ingevolge dit recht, te weten artikel 1:5, lid 4, BW, is door verzoekers voor het geven van de geslachtsnaam van de moeder aan het kind gekozen, waardoor het kind de geslachtsnaam [geslachtsnaam moeder eindigend op -ova geslachtsnaam vader] heeft gekregen. Aan het feit dat de Russische familienaam van de moeder zich naar Russisch namenrecht richt naar het geslacht van de drager van de naam, is daarbij voorbij gegaan, nu immers het Nederlandse namenrecht toegepast is.
De rechtbank merkt voorts op dat de naturalisatie van verzoekster gevolgen heeft voor de in de geboorteakte van het kind vermelde geslachtsnaam van het kind, die immers de geslachtsnaam van de moeder is en dus thans luidt "-ova" (artikel 1:7, lid 3 BW). Het kind is en blijft bipatride; zijn nationaliteit wijzigt ten gevolge van het Koninklijk Besluit niet en mede gelet op de brief van de zijde van verzoekers van 23 januari 2004 vat de rechtbank het verzoek dan ook thans op als een verzoek tot verbetering van de geslachtsnaam "-ova" in "-ov".
De door partijen aangehaalde uitspraak van het Europees Hof d.d. 2 oktober 2003 betreft een procedure tussen een Spanjaard en de Belgische Staat waarin de vraag centraal staat of de weigering om een kind van dubbele nationaliteit overeenkomstig de Spaanse traditie in te schrijven kan worden gerechtvaardigd door het zwaarwegende algemene belang dat iedereen in een land op dezelfde wijze zijn familienaam verkrijgt.
Het Europees Hof heeft in die zaak geoordeeld dat de artikelen 12 EG en 17 EG aldus dienen te worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat een lidstaat een verzoek tot naamswijziging met betrekking tot een minderjarige die in die lidstaat verblijft, terwijl die minderjarige een dubbele nationaliteit heeft (namelijk die van die Staat en die van een tweede lidstaat) afwijst wanneer dat verzoek tot doel heeft dat die kinderen de naam kunnen dragen die zij zouden dragen op grond van het recht en de gebruiken van de tweede lidstaat.
De onderhavige zaak betreft echter een kind met de Nederlandse nationaliteit die tevens Burger van Rusland is. Rusland is geen lid van de Europese Gemeenschap. Daarnaast maakt voormelde uitspraak van het Europees Hof, zoals ook uit het door verzoekers aangehaalde artikel van mr. E. Gubbels blijkt, waar het zou gaan om een burger met de nationaliteit van twee lidstaten, al een zeer grote inbreuk op het Nederlandse namenrecht. De vraag is aan de orde of de rechtbank in dit licht gezien met analoge toepassing van het arrest van 2 oktober 2003 van het Europees Hof dient te beslissen.
Het EG-Verdrag regelt het recht van vrij verkeer van personen en goederen tussen -uitsluitend- EG-lidstaten. Nu het kind naast de nationaliteit van een lidstaat ook de nationaliteit van een niet-lidstaat (Rusland) heeft, is de rechtbank van oordeel dat het kind in het onderhavige geval geen aanspraak kan maken op (analoge toepassing van) rechten voortvloeiend uit het Verdrag. Het in het Verdrag beoogde vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie noopt naar het oordeel van de rechtbank zeker niet tot een andere uitleg van de Wcn, dan die welke de ambtenaar bij de geslachtsnaamkeuze met betrekking tot dit kind heeft toegepast. De rechtbank merkt daarbij nog op dat het kind, als bi-patride, op grond van artikel 3 Wcn op de geboorteakte een latere vermelding van naamsvoering in overeenstemming met het Russisch namenrecht kan laten toevoegen.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande afgewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
wijst het verzoek tot verbetering van de geboorteakte van het kind af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.D. Veenendaal, I.D. Bellaart en I.F. Dam, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.