ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ5881
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring asielaanvraag en opheffing vrijheidsontnemende maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 juli 2004 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de asielaanvraag van een vreemdeling van Nepalese nationaliteit. De rechtbank heeft het beroep van de vreemdeling tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag gegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, niet tijdig had beslist op de asielaanvraag, waardoor de vrijheidsontnemende maatregel niet langer gerechtvaardigd was. De vreemdeling was sinds 3 februari 2004 in detentie, maar er was meer dan vier maanden verstreken zonder dat er een beslissing was genomen op het hoger beroep van de verweerder tegen een eerdere uitspraak die de asielaanvraag betrof. De rechtbank benadrukte dat het verstrijken van deze periode voor rekening en risico van de verweerder kwam. De rechtbank heeft de verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag en heeft de opheffing van de vrijheidsontnemende maatregel bevolen met ingang van de dag van verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling in afwachting van de beslissing op zijn aanvraag geen vertrekplicht had, terwijl de vrijheidsontneming voortduurde. De rechtbank heeft geconcludeerd dat onder deze omstandigheden de voortduring van de maatregel niet langer gerechtvaardigd was. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.