ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ3682

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 04/794
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op Nederlands octrooi en dwangsommen in kort geding

In deze zaak heeft Tinga Research & Development B.V. (hierna: Tinga) KSP Furniture & Design B.V. (hierna: KSP) in kort geding gedagvaard. Tinga vorderde een verbod voor KSP om inbreuk te maken op het Nederlands octrooi nr. 101793. De voorzieningenrechter heeft op 11 mei 2004 KSP bevolen om elke inbreuk op het octrooi te staken en gestaakt te houden, en om aan afnemers een brief te sturen met specifieke inhoud, op straffe van een dwangsom van € 2.500,-- per overtreding, met een maximum van € 30.000,--. KSP heeft echter niet voldaan aan deze veroordeling, wat leidde tot een deurwaardersexploit op 18 juni 2004, waarin KSP werd aangesproken op de verbeurde dwangsommen.

KSP heeft in deze procedure gevorderd dat Tinga de executie van het vonnis van 11 mei 2004 zou staken. KSP stelde dat zij volledig aan het vonnis had voldaan en dat Tinga ten onrechte aanspraak maakte op de dwangsommen. Tinga voerde verweer en stelde dat KSP in gebreke was gebleven met het tijdig toezenden van afschriften van de verzonden brieven aan haar afnemers, zoals opgelegd in het vonnis.

De voorzieningenrechter oordeelde dat KSP overduidelijk en desbewust in strijd had gehandeld met het vonnis van 11 mei 2004. De rechter wees de vordering van KSP af en oordeelde dat KSP dwangsommen had verbeurd tot het maximum van € 30.000,--. KSP werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Tinga werden begroot op € 944,--. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rolnummer KG 04/794
Datum vonnis: 16 juli 2004
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector Civiel Recht • Voorzieningenrechter
VONNIS IN KORT GEDING
gewezen in de zaak rolnummer KG 04/794
van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KSP FURNITURE & DESIGN B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseres,
procureur: mr. E. Grabandt,
advocaat: mr. M.W. Huijzer te Barendrecht,
tegen:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TINGA RESEARCH & DEVELOPMENT B.V.,
gevestigd te Winsum,
gedaagde,
procureur: mr. A. Kwaspen.
Overwegingen ten aanzien van het verloop van het geding:
Eiseres -hierna ook: KSP- heeft gedaagde -hierna ook: Tinga- doen dagvaarden om te verschijnen ter terechtzitting in kort geding van 6 juli 2004.
Ter zitting heeft de raadsman van KSP de vordering toegelicht aan de hand van pleitnotities en producties. Tinga heeft verweer gevoerd bij monde van haar raadsvrouwe, die daarbij eveneens een pleitnota met producties heeft gehanteerd.
Vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd onder overlegging van de stukken, de pleitnota's daaronder begrepen.
Overwegingen ten aanzien van het recht:
De feiten
1. In dit kort geding kan van de volgende feiten worden uitgegaan:
a. Tinga heeft KSP gedagvaard in kort geding voor de voorzieningenrechter in deze rechtbank en (samengevat) een verbod jegens KSP gevorderd om inbreuk te maken op een ten name van KSP staand Nederlands octrooi. KSP heeft in die procedure de door Tinga gestelde octrooi-inbreuk niet weersproken.
a. Bij vonnis van 11 mei 2004 heeft de voorzieningenrechter jegens KSP onder meer de volgende veroordeling uitgesproken:
GEBIEDT gedaagde onmiddellijk na de betekening van dit vonnis elke inbreuk op het Nederlands octrooi nr. 101793 van eiseres te staken en gestaakt te houden, een en ander op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere afzonderlijke overtreding van dit gebod of, ter keuze van eiseres, voor iedere dag dat door gedaagde in strijd met dit verbod wordt gehandeld;
BEVEELT gedaagde om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan alle door gedaagde reeds aan eiseres opgegeven afnemers aan wie gedaagde producten heeft geleverd die vallen onder de bescherming van voormeld octrooi, een brief te zenden met utsluitend de volgende tekst:
Geachte......,
Enige tijd geleden hebben wij U ...tafel(s) geleverd. Het betreft....
Bij vonnis van 11 mei 2004 heeft de Voorzieningenrechter in de rechtbank te Den Haag in kort geding geoordeeld dat de op deze tafels aangebrachte hoekverbinding inbreuk maakt op het Nederlands octrooi nr. 1010793 van Tinga Research & Development B.V.
Wij verzoeken U de door ons aan U geleverde tafels binnen 14 dagen na de dagtekening van deze brief terug te leveren. Uiteraard zullen wij de door U betaalde prijs en transportkosten vergoeden.
Hoogachtend,
KSP Furniture & Design B.V.,
zulks onder de verplichting om van elk van de verzonden brieven binnen één dag na verzending een afschrift te sturen aan de raadsvrouwe van eiseres, één en ander op straffe van een dwangsom van € 2.500,-- voor iedere overtreding van dit bevel, met een maximum van € 30.000,--;
c. Tinga heeft het vonnis van 11 mei 2004 op 19 mei 2004 aan KSP laten betekenen.
d. Op 2 juni 2004 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de directeur van KSP en de raadsvrouwe van Tinga. Vervolgens heeft de directeur van KSP aan de raadsvrouwe van Tinga een fax gestuurd met onder meer de volgende inhoud:
(...)
Naar aanleiding van ons telefonisch gesprek fax ik U hierbij de kopieën van de aangetekende brieven die ik naar onze klanten gestuurd heb.
(...)
e. Bij die fax werden gevoegd een 13-tal bewijzen van aangetekende verzending. De kopieën van aan de klanten van KSP verstuurde brieven zaten daar niet bij. Ook nadien heeft KSP geen afschriften van door haar aan haar klanten verstuurde brieven als vermeld in het vonnis aan de raadsvrouwe van Tinga doen toekomen, in elk geval niet binnen de in dat vonnis genoemde termijn.
f. Aan alle klanten van KSP aan wie deze de in het vonnis genoemde brief diende te verzenden is op of omstreeks 2 juni 2004 tevens een brief van de raadsman van KSP gezonden, gedateerd 28 mei 2004, met de volgende inhoud:
Geachte heer/mevrouw
(...)
Door middel van deze brief breng ik graag het volgende onder uw aandacht.
Mijn cliënte, KSP Furniture & Design B.V., is bij vonnis van de Voorzieningenrechter te Den Haag in kort geding, veroordeeld om enkele van haar afnemers aan te schrijven met het verzoek om destijds aan deze afnemers geleverde tafels aan KSP terug te leveren. Het betrof een voorlopig oordeel. Binnen zes maanden zal een meer inhoudelijke bodemprocedure moeten worden gevoerd. De uitkomst van deze bodemprocedure is nog onzeker en kan mogelijk anders zijn dan de uitkomst van het kort geding. Bovendien wordt bezien in hoeverre het zinvol is om hoger beroep in te stellen tegen het kort gedingvonnis.
(...)
De rechter in kort geding heeft overigens slechts een verplichting opgelegd aan KSP (nl. o.a. om enkele afnemers een brief te schrijven). Dat betekent niet dat U op basis van het vonnis in kort geding verplicht bent om aan de inhoud van de brief van KSP te voldoen.
KSP zal nadat u een brief van haar zal hebben ontvangen, contact met u opnemen over de verdere gang van zaken.
Met vriendelijke groet,
M.W. Huijzer
g. Bij deurwaardersexploit van 18 juni 2004 heeft Tinga het vonnis van 11 mei 2004 andermaal aan KSP laten betekenen, dit keer met bevel om het maximum aan verbeurde dwangsommen ad € 30.000,-- te voldoen en met aanzegging van tenuitvoerlegging van het vonnis bij gebreke van betaling.
De vordering, de grondslag daarvoor en het verweer
2. KSP vordert (samengevat) dat Tinga zal worden veroordeeld de executie van het vonnis van 11 mei 2004 te staken en gestaakt te houden, zulks op verbeurte van een dwangsom.
3. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten legt KSP aan die vordering ten grondslag (samengevat) dat KSP volledig aan het vonnis van 11 mei 2004 heeft voldaan zodat Tinga ten onrechte aanspraak maakt op verbeurde dwangsommen. De raadsvrouwe van Tinga is, aldus KSP, in het telefoongesprek van 2 juni 2004 er uitdrukkelijk mee accoord gegaan dat niet alle brieven, doch slechts de bewijzen van verzending daarvan aan haar zouden worden toegefaxt. Door het niet (tijdig) toezenden van die brieven zijn er dan ook geen dwangsommen verbeurd, aldus nog steeds KSP.
4. Tinga heeft tegen de vordering van KSP gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voorzover van belang, in het onderstaande nader worden ingegaan.
Beoordeling van het geschil
5. Aan haar beslissing om tot executie van dwangsommen over te gaan legt Tinga de navolgende omstandigheden ten grondslag:
(a) het verzenden van de brief van 28 mei 2004, waarvan de inhoud hiervoor onder 1 sub f. is weergegeven;
(b) de omstandigheid dat KSP in gebreke is gebleven aan de raadsvrouwe van Tinga tijdig afschriften te zenden van de brieven welke zij ingevolge het vonnis van 11 mei 2004 aan haar afnemers diende te versturen;
(c) het niet (voldoende) medewerken van KSP aan het effectueren van de recall.
6. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft KSP door het (doen) verzenden van de brief van 28 mei 2004 overduidelijk en desbewust in strijd gehandeld met de veroordeling die is neergelegd in het vonnis van 11 mei 2004. Dat vonnis legt aan KSP immers de verplichting op om aan haar afnemers een brief te zenden met uitsluitend de nader geformuleerde tekst. Door, zo al niet tevoren, dan toch in elk geval nagenoeg gelijktijdig aan het verzenden van de brief ingevolge het vonnis, tevens een brief aan dezelfde geadresseerden te schrijven waarin onder meer valt te lezen dat die geadresseerden niet verplicht zijn aan het in de opgelegde brief vervatte verzoek te voldoen, wordt de in de brief ingevolge het vonnis neergelegde mededeling (al dan niet op voorhand) ontkracht. Anders dan de raadsman van KSP ter zitting nog gemeend heeft te kunnen betogen, maakt het daarbij geen enkel verschil of een dergelijke ontkrachting in de opgelegde brief zelf voorkomt of is vermeld in een nagenoeg tegelijkertijd aan dezelfde geadresseerden verzonden andere brief.
7. In verband met het niet voldoen aan het vonnis van 11 mei 2004 heeft KSP derhalve dwangsommen verbeurd, en wel tot het in het vonnis neergelegde maximum, nu iedere afzonderlijke aan een afnemer verzonden brief van de inhoud als die van de brief van de raadsman van KSP van 28 mei 2004 geldt als een afzonderlijke overtreding van het in dat vonnis neergelegde gebod tot het schrijven van een brief met de opgelegde inhoud.
8. Reeds hierom dient de vordering van KSP te worden afgewezen. Of KSP ook nog op andere gronden in strijd heeft gehandeld met het vonnis van 11 mei 2004 hoeft niet meer te worden onderzocht.
9. KSP zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de op deze procedure vallende kosten.
BESLISSING:
De voorzieningenrechter:
WIJST de vordering AF;
VEROORDEELT eiseres in de op deze procedure vallende kosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op € 241,-- aan verschotten en € 703,-- aan procureurssalaris;
VERKLAART dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.W. du Pon en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 juli 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.