ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ1700
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas en de identiteit van de eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 april 2004 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een man van Sierraleoonse nationaliteit, had op 10 januari 2000 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) had deze aanvraag op 1 juli 2002 afgewezen, waarna eiser beroep aantekende. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 maart 2004, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. C. van den Berg. De IND werd vertegenwoordigd door mr. M.B.Y. Vet.
De rechtbank oordeelde dat er gerede twijfel was ontstaan over de identiteit en nationaliteit van eiser, mede door onjuiste en incomplete antwoorden op vragen over Sierra Leone. De rechtbank merkte op dat de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiser was aangetast door het ontbreken van reis- of identiteitsdocumenten en de resultaten van een leeftijdsonderzoek. Eiser had onjuiste gegevens verstrekt over zijn leeftijd, wat de oprechtheid van zijn relaas in twijfel trok. Echter, de rechtbank concludeerde dat het wegvallen van de tegenwerping over de leeftijd een gat in de motivering van het bestreden besluit creëerde, wat niet kon worden hersteld tijdens de zitting.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking van de IND en droeg de verweerder op een nieuwe beschikking te geven met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de IND veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 644,- werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.