ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ0929
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake asielaanvraag van Iraakse eiser
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 4 maart 2004 uitspraak gedaan in een beroep tegen het niet tijdig beslissen op een bezwaar van een Iraakse eiser. De eiser, geboren in 1969, had in 1998 een aanvraag ingediend voor toelating als vluchteling en een vergunning tot verblijf, welke door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie was afgewezen. Na het indienen van een bezwaar in 1998, dat niet tijdig werd behandeld, heeft de eiser in juni 2001 beroep ingesteld. Dit beroep werd in 2002 ongegrond verklaard, maar het besluit werd in september 2003 ingetrokken, waarna de eiser zijn beroep introk. De rechtbank oordeelde dat het besluitmoratorium niet van toepassing was en dat het laatste beroep niet onredelijk laat was ingediend. De rechtbank heeft bepaald dat de verweerder binnen vier weken een nieuw besluit moet nemen, onder verbeurte van een dwangsom van € 250 per dag voor elke dag dat dit niet gebeurt. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaar van de eiser. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 80,50. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.