ECLI:NL:RBSGR:2004:AP0136
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Boer
- A. Oskam
- J. Derijks
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in schietincident nabij station Den Haag
Op 26 mei 2004 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een schietincident op 11 augustus 2003 nabij station Hollands Spoor in Den Haag. De verdachte stond in de nabijheid van het latere slachtoffer, [C], tijdens een woordenwisseling. De medeverdachte, [Z], heeft het slachtoffer later doodgeschoten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich op het moment van het eerste schot in de directe nabijheid van [C] bevond, maar er was geen bewijs dat de verdachte betrokken was bij het plan om [C] te doden of op de hoogte was van dat plan. Hierdoor ontbrak het wettig en overtuigend bewijs voor de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, waaronder poging tot doodslag. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaar geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet voldoende was. De benadeelde partij, [S], had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De rechtbank heeft ook de kosten van de verdediging van de verdachte in verband met de vordering van de benadeelde partij begroot op nihil.
Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Rechtbank 's-Gravenhage, waarbij de voorzitter M. de Boer was, samen met de rechters A. Oskam en J. Derijks. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 26 mei 2004, na een zitting op 12 mei 2004, waar de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.C.H. Walkate, aanwezig waren.