ECLI:NL:RBSGR:2004:AO8255
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.E. Dettmeijer-Vermeulen
- L.P. Bosma
- J.E.M.G. van Wezel
- Rechtspraak.nl
Brandstichting in de Turkse ambassade met explosie en letsel
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 22 april 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan brandstichting in de Turkse ambassade. De verdachte heeft opzettelijk benzine op de grond laten lopen in een wachtruimte en deze aangestoken, wat leidde tot een explosie. De explosie veroorzaakte aanzienlijke schade aan de kogelwerende ruiten van de wachtruimte en resulteerde in brand. Door tijdig ingrijpen is de brand beperkt gebleven, maar er waren wel persoonlijke gevolgen: twee personen raakten gewond en moesten in het ziekenhuis worden behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die in Iran is geboren en in Amsterdam woont, niet eerder is veroordeeld en dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogen, wat verband houdt met een posttraumatische stress-stoornis. De rechtbank heeft de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd, omdat de ernst van het delict en het risico op recidive dit vereisen. De rechtbank heeft de adviezen van psychologen overgenomen en benadrukt dat een deel van de behandeling gesloten moet plaatsvinden om de veiligheid van anderen te waarborgen. De verdachte is op 4 november 2003 in verzekering gesteld en op 7 november 2003 in voorlopige hechtenis genomen.