ECLI:NL:RBSGR:2004:AO7419

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 04/250
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inzage in controledossiers door Het Commissariaat voor de Media

In deze zaak vorderde Het Commissariaat voor de Media inzage in de controledossiers van Ernst & Young met betrekking tot de jaarrekeningen van RTV West over 2001 en 2002. Het Commissariaat stelde dat het noodzakelijk was om deze inzage te verkrijgen in het kader van zijn toezichthoudende taak, aangezien er financiële problemen waren geconstateerd bij RTV West. De gedaagden, Ernst & Young en een registeraccountant, weigerden echter medewerking te verlenen, met als argument dat de civiele rechter onbevoegd was en dat de Mediawet hen de bevoegdheid tot bestuursdwang toekende.

De voorzieningenrechter oordeelde dat Het Commissariaat niet de bevoegdheid had om van Ernst & Young inzage in de controledossiers te vorderen. De rechter stelde vast dat de in artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen inlichtingenplicht zich richt tot betrokkenen in de zin van de Awb, en niet tot accountants die werkzaamheden verrichten voor de betrokkenen. Dit betekende dat Ernst & Young niet onder de verplichtingen viel die voortvloeien uit de Awb, en dat de vordering van Het Commissariaat niet kon worden toegewezen.

De rechter wees de vordering van Het Commissariaat af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de zijde van Ernst & Young en de registeraccountant waren begroot op € 944,--. Dit vonnis werd uitgesproken op 13 april 2004 door mr. R.J. Paris in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 13 april 2004,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 04/250 van:
het rechtspersoonlijkheid bezittende openbaar lichaam
Het Commissariaat voor de Media
gevestigd te Hilversum,
eiser,
procureur mr. H.C. Grootveld,
advocaat mr. G.H.L. Weesing te Amsterdam,
tegen:
1. De maatschap Ernst & Young registeraccountants,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
2. [Register[Register Accountant]nt],
wonende te ’s-Gravenhage,
gedaagden,
procureur mr. W. Taekema,
advocaat mr. F.C.M. van der Velden te Amsterdam.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 26 maart 2004 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. Eiser (hierna: Het Commissariaat) is op grond van artikel 134 Mediawet feitelijk belast met het (financiële) toezicht op onder meer de regionale omroepinstellingen.
1.2. De Stichting Regionale Omroep West (hierna ook: RTV West) is een regionale omroepinstelling die aan toezicht van eiser is onderworpen.
1.3. Gedaagde sub 1 (hierna ook: Ernst & Young) heeft de jaarrekeningen van RTV West over 2001 en 2002 gecontroleerd en goedgekeurd. Gedaagde sub 2 (hierna ook: [Register Accountant]) is binnen Ernst & Young feitelijk belast geweest met de uitvoering van deze controle.
1.4. Naar aanleiding van in 2003 gebleken financiële problemen bij RTV West heeft Het Commissariaat besloten een nader onderzoek in te stellen naar de jaarrekeningen van RTV West over 2001 en 2002. Het Commissariaat heeft te dien einde Ernst & Young en [Register Accountant] verzocht om alle medewerking te verlenen, inlichtingen te verstrekken en inzage van zakelijke gegevens en bescheiden en kopieën daarvan te geven. Ernst & Young en [Register Accountant] hebben tot op heden geweigerd hun medewerking te verlenen.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
Het Commissariaat vordert –zakelijk weergegeven– Ernst & Young en [Register Accountant] te veroordelen om aan Het Commissariaat en/of aan door Het Commissariaat aangewezen accountants inzage te geven in de onder hen berustende controledossiers betreffende RTV West en toe te staan dat daarvan kopieën worden gemaakt. Voorts vordert Het Commissariaat Ernst & Young en [Register Accountant] te veroordelen tot het geven van alle medewerking die Het Commissariaat redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn toezichthoudende taak op RTV West. Alles op straffe van een dwangsom.
Daartoe voert Het Commissariaat het volgende aan.
Ernst & Young en [Register Accountant] beschikken over zogenaamde controledossiers die door hen zijn aangelegd en bijgehouden in het kader van de controle en goedkeuring van de jaarrekeningen van RTV West. Deze controledossiers zijn geen duplicaten van bij RTV West aanwezige administratie maar zijn eigendom van Ernst & Young en hebben betrekking op door dit kantoor voltrokken vaststellingen en oordeelsvorming. Aangezien het praktisch niet mogelijk is de jaarrekeningen 2001 en 2002 van RTV West opnieuw aan een accountantscontrole zoals eerder door Ernst & Young is uitgevoerd te onderwerpen, is het noodzakelijk dat Het Commissariaat in het kader van zijn toezichthoudende taak inzage wordt verleend in de controledossiers van Ernst & Young. Ernst & Young handelen onrechtmatig door in strijd met het bepaalde in artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) geen medewerking te verlenen aan het geven van inlichtingen aan Het Commissariaat.
Ernst & Young en [Register Accountant] hebben primair als verweer aangevoerd dat de civiele rechter in deze onbevoegd is, daar de Mediawet Het Commissariaat de bevoegdheid tot uitoefening van bestuursdwang toekent.
Subsidiair hebben zij aangevoerd dat de vordering van Het Commissariaat ongegrond is daar de redenen die Het Commissariaat aan zijn vordering tot inzage ten grondslag legt, niet eenduidig zijn. Zo heeft Het Commissariaat in zijn brieven van 24 december 2003 en van 5 februari 2004 gesteld dat inzage bedoeld is om de rol van de accountant te beoordelen en heeft Het Commissariaat in de media te kennen gegeven dat het onderzoek gericht is op de vraag of Ernst & Young de boeken van RTV West ten onrechte heeft goedgekeurd. Nu Het Commissariaat in de dagvaarding stelt dat de gegevens uit het controledossier van belang zijn voor de uitoefening van het aan hem opgedragen toezicht op RTV West, is terughoudendheid op zijn plaats.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Het Commissariaat is ingevolge artikel 134 van de Mediawet belast met handhaving van de bepalingen van die wet. Vaststaat dat Het Commissariaat, naar aanleiding van financiële problemen bij RTV West, heeft besloten tot een nader onderzoek naar de jaarrekeningen van RTV West over 2001 en 2002 en in dat kader thans inzage vordert in de controledossiers van Ernst & Young. Het Commissariaat beroept zich daarbij op het bepaalde in artikel 5:20 Awb waarin is bepaald dat iedereen verplicht is aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Een weigering om hieraan mee te werken wordt bestraft met bestuursdwang, indien daarin is voorzien. Niet gebleken is dat de Mediawet de (uitdrukkelijke) bevoegdheid geeft om van zowel Ernst & Young als [Register Accountant] de medewerking aan het toezicht met handhavingsmiddelen af te dwingen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat in dit geval voor Het Commissariaat geen bestuursrechtelijke weg openstaat en het dus ontvangen kan worden in zijn vordering.
3.2. Gedaagden hebben tevergeefs het spoedeisend belang van Het Commissariaat bij zijn vordering betwist. Het Commissariaat moet de mogelijkheid hebben om de weigering van gedaagden om inzage te geven in de stukken in dit kort geding aan de orde te stellen. Niet gezegd kan worden dat te lang is gewacht met het aanspannen van dit kort geding. Het Commissariaat heeft gesteld dat de stukken weliswaar de jaarrekeningen over 2001 en 2002 betreffen, maar dat de financiële problemen bij RTV West pas in 2003 duidelijk zijn geworden. Gedaagden hebben deze stelling niet ontzenuwd.
3.3. In deze procedure dient thans beoordeeld te worden of Het Commissariaat in het kader van zijn controlerende bevoegdheid ten aanzien van RTV West de bevoegdheid heeft om van Ernst & Young inzage in de controle-dossiers te vorderen en of de bodemrechter die vordering naar alle waarschijnlijkheid zal toewijzen.
3.4. Het Commissariaat vordert van Ernst & Young en [Register Accountant] inzage in de controledossiers die zij bij hun controle over de jaarrekeningen van RTV West over 2001 en 2002 hebben aangelegd en bijgehouden. Voorts vordert Het Commissariaat dat zij toestaan dat Het Commissariaat daarvan kopieën maakt. Het Commissariaat heeft daartoe aangevoerd dat het voor de uitoefening van het toezicht op RTV West is aangewezen op de medewerking van Ernst & Young omdat het niet meer doenlijk is om over de betrokken jaarrekeningen eenzelfde controle uit te voeren als door Ernst & Young is uitgevoerd, omdat de kwaliteit van de interne controle niet meer is waar te nemen en alternatieve controlemethoden niet tot de mogelijkheden behoren, omdat de directe en/of andere sleutelfunctionarissen niet meer bij RTV West werkzaam zijn.
Voorts heeft Het Commissariaat aangevoerd dat het ook onredelijk veel tijd en geld zou kosten om eenzelfde controle uit te voeren die Ernst & Young heeft uitgevoerd.
3.5. Het Commissariaat vordert medewerking van Ernst &Young op de grond dat deze onrechtmatig handelt door niet mee te werken aan de het bepaalde in artikel 5: 20 Awb. Geoordeeld wordt dat de in deze bepaling opgenomen inlichtingenplicht zich in het bijzonder richt tot betrokkenen in de zin van de Awb, en in onderhavig geval meer in het bijzonder tot de betrokkenen in de zin van de Mediawet. Daaronder valt bijvoorbeeld RTV West als degene waarop Het Commissariaat toezicht houdt. Derhalve dient onder een ieder in artikel 5: 20 Awb in samenhang met de Mediawet te worden verstaan een ieder op wie toezicht wordt gehouden door Het Commissariaat. De accountant die voor een dergelijke betrokkene werkzaamheden verricht, valt daar niet onder.
3.6. De in 3.3 gestelde vraag dient derhalve ontkennend beantwoord te worden. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
3.7. Ten overvloede wordt het volgende overwogen. Vaststaat dat de administratie van RTV West onder verantwoordelijkheid van het bestuur van RTV West wordt gevoerd en dat ook de jaarrekeningen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur zijn opgesteld. Nadat Ernst & Young van het bestuur opdracht heeft gekregen de jaarrekeningen te controleren heeft zij vervolgens onderzocht of de jaarrekeningen naar getrouwheid zijn opgemaakt. Ernst en Young heeft onweersproken gesteld dat tot de controle door de externe accountant niet de beoordeling omtrent de rechtmatigheid en doelmatigheid van bestedingen door RTV West behoorde en met name niet de besteding van de verstrekte financiële bijdragen en dat er zich in die dossiers geen informatie bevindt die voor de toezichthoudende taak van Het Commissariaat van belang is.
Gezien het vorenstaande heeft Ernst & Young in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat het voor de uitoefening van de toezichthoudende taak van Het Commissariaat niet zonder meer noodzakelijk is dat het Commissariaat de controledossiers van Ernst & Young inziet en dat Het Commissariaat zich kan wenden tot RTV West om in het bezit te komen van de administratie van RTV West.
3.8. Het Commissariaat zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Het Commissariaat in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Ernst & Young en [Register Accountant] begroot op € 944,--, waarvan € 703,-- aan procureurssalaris en € 241,-- aan griffierecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 13 april 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.
nk