ECLI:NL:RBSGR:2004:AO3129
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure met betrekking tot 48-uurstermijn
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 januari 2004 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, een Mongolische nationaliteit, had op 3 december 2003 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De aanvraag werd op 6 december 2003 door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afgewezen. Verzoeker verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat er in beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 19 december 2003, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.M.I. Eleveld.
De rechter heeft vastgesteld dat de 48-uurstermijn, zoals bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000, niet was aangevangen op het moment dat de controle in de systemen en het onderzoek naar de aanwezigheid van documenten aan kleding en lichaam plaatsvonden. De rechter oordeelde dat deze handelingen niet als een begin van het onderzoek naar de asielaanvraag konden worden beschouwd. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de IND in redelijkheid kon stellen dat de termijn niet was overschreden, aangezien er op de relevante data nog geen onderzoek naar de asielaanvraag had plaatsgevonden.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechter heeft geen aanleiding gezien om een partij in de kosten te veroordelen.