ECLI:NL:RBSGR:2003:AO1690
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Sierra Leoonse eiseres en afwijzing door de IND
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 22 augustus 2003 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Sierra Leoonse eiseres. De eiseres, geboren in 1983, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) was afgewezen. De rechtbank overweegt dat de IND de verklaring van de eiseres volgt dat haar ouders door rebellen zijn vermoord en dat zij zelf is mishandeld. Echter, de rechtbank stelt vast dat de dood van haar ouders en de mishandeling geen aanleiding zijn geweest voor haar vertrek uit Sierra Leone. De bedreigingen die de eiseres heeft ervaren, zijn niet te scharen onder de traumatische ervaringen die in het traumatabeleid zijn opgesomd. De rechtbank concludeert dat de IND in redelijkheid heeft kunnen stellen dat de eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van het traumatabeleid.
De rechtbank oordeelt verder dat de afwijzing van het beroep op bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard onvoldoende is gemotiveerd. De rechtbank wijst erop dat de eiseres traumatische ervaringen heeft moeten verwerken, waaronder de dood van haar ouders en de mishandeling. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beschikking van de IND en bepaalt dat de IND opnieuw beslist op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de IND veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de eiseres.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de IND om zorgvuldig om te gaan met de motivering van besluiten in asielzaken, vooral wanneer het gaat om de beoordeling van traumatische ervaringen en klemmende redenen van humanitaire aard.