ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9316
Rechtbank 's-Gravenhage
- Schadevergoedingsuitspraak
- J.T.M. Nijenhof
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de vrijheidsontnemende maatregel van een Nigeriaanse vreemdeling in uitzetcentrum
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 november 2003 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de onrechtmatigheid van de vrijheidsontnemende maatregel van een Nigeriaanse vreemdeling. De vreemdeling was op 22 april 2003 op de luchthaven Schiphol de toegang tot Nederland geweigerd en werd op dezelfde dag in bewaring gesteld op grond van artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken, waaronder een van 29 september 2003, al eerder een beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens een verzoek om schadevergoeding ingediend, dat verband houdt met de gestelde onrechtmatigheid van zijn vrijheidsontneming.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsontnemende maatregel op 9 november 2003 is opgeheven, omdat de vreemdeling naar Nigeria is vertrokken. De kern van de zaak was of het verzoek om schadevergoeding voor inwilliging vatbaar was, nu de maatregel inmiddels was opgeheven. De rechtbank heeft overwogen dat het verblijf van de vreemdeling in het uitzetcentrum vanaf 5 oktober 2003 niet onrechtmatig was, omdat zijn gedrag in het Grenshospitium aanleiding gaf tot een verzoek aan de Koninklijke Marechaussee om de uitreis naar voren te halen. De rechtbank concludeert dat de maatregel op de juiste wijze is uitgevoerd en dat het verzoek om schadevergoeding niet voor inwilliging in aanmerking komt.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.T.M. Nijenhof, lid van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 17 november 2003.