ECLI:NL:RBSGR:2003:AM3015
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in het kader van de pardonregeling voor vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 oktober 2003 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de heropening van het onderzoek naar de pardonregeling voor vreemdelingen. De zaak betreft een beroep van eiser A tegen het besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, waarbij zijn aanvraag om verlenging van de voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) op 24 december 1999 was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de pardonregeling, die op 27 mei 2003 een peildatum hanteert, vereist dat lopende procedures worden ingetrokken. Dit roept de vraag op welke gevolgen een negatieve uitspraak in de lopende procedure heeft voor vreemdelingen die op de peildatum nog in procedure waren en geen aanbod tot intrekking hebben ontvangen. De rechtbank heeft de Minister verzocht om binnen drie weken te reageren op de vraag of een negatieve uitspraak de mogelijkheid voor de vreemdeling om onder de pardonregeling te vallen, doorkruist. De openbare behandeling van het beroep vond plaats op 15 september 2003, en de rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter J.L. Verbeek, met griffier R.A.A. Strietman aanwezig. De rechtbank heeft de Minister opgedragen om binnen drie weken na de uitspraak te reageren op de gestelde vragen.