ECLI:NL:RBSGR:2003:AL1187

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09.757308-02
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. de Boer
  • A. Joele
  • R. de Graaf
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor kinderpornografie met gevangenisstraf en reclasseringstoezicht

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 18 september 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich langdurig en intensief heeft beziggehouden met kinderpornografie. De verdachte had een grote hoeveelheid pornografische afbeeldingen van (zeer) jonge kinderen in zijn bezit en droeg actief bij aan de verspreiding hiervan via internet. Daarnaast maakte hij zelf opnames van ontblote geslachtsdelen van jonge kinderen op het strand en verspreidde deze. De rechtbank oordeelde dat deze ernstige feiten niet los kunnen worden gezien van het seksueel misbruik van jonge kinderen en de exploitatie daarvan.

Tijdens de terechtzitting op 4 september 2003 werd de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. Schenkhuizen. De officier van justitie, mr. Nieuwenhuis, eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een deel van de telastlegging, maar achtte de feiten onder 1 en 3 wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de verdachte en het bewijs dat de afbeeldingen op de in beslag genomen harde schijven waren aangetroffen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen strafuitsluitingsgronden van toepassing waren. De strafmotivering hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 18 maanden, met een proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, inclusief behandeling bij De Waag. Daarnaast werden de in beslag genomen goederen, waaronder een computer, verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer. De rechtbank besloot dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
meervoudige kamer
(verkort vonnis)
parketnummer 09.757308-02
's-Gravenhage, 18 september 2003
De rechtbank 's-Gravenhage, recht doende in strafzaken, heeft het volgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in het penitentiair complex Scheveningen, de Kantelberg (Unit 4), te
's-Gravenhage.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 4 september 2003.
De verdachte is ter terechtzitting gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. Schenkhuizen.
De officier van justitie, mr. Nieuwenhuis, heeft inzake de ter terechtzitting van 4 september 2003 nader omschreven telastlegging gevorderd dat verdachte van het onder 2 telastgelegde feit wordt vrijgesproken en dat hij ter zake van de onder 1 en 3 telastgelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voor-lopige hechtenis doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, en als bijzondere voorwaarde: reclasseringstoezicht, ook indien dat inhoudt behandeling bij De Waag.
Inzake de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen heeft de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer gevorderd.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd -na nadere omschrijving van de telastlegging, laatstelijk ter terechtzitting van 4 september 2003- hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de vordering aanpassing omschrijving tenlastelegging ex artikel 314a Wetboek van Strafvordering, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij aangepaste telastlegging onder 2 telastgelegde feit heeft gepleegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging.
Ten aanzien van de afbeeldingen die in de aangepaste telastlegging in feit 1 onder het vijfde, zesde en zevende gedachtestreepje zijn beschreven, overweegt de rechtbank het volgende.
Deze afbeeldingen zijn aangetroffen op de twee harde schijven die in februari 2003 in beslag zijn genomen. Deze harde schijven waren op het moment van inbeslagname geformatteerd, zodat de afbeeldingen daarop niet eenvoudig beschikbaar waren. Om die reden spreekt de rechtbank verdachte vrij van het bij aangepaste telastlegging als feit 2 telastgelegde verspreiden en/of in voorraad hebben en/of openlijk tentoonstellen van deze afbeeldingen in de daar genoemde periode. Echter, uit de verklaringen van de verdachte, afgelegd bij de politie, alsook uit diens verklaring ter terechtzitting, is gebleken dat verdachte genoemde harde schijven pas in mei of juni van het jaar 2002 heeft geformatteerd. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij vanaf 1996 bezig is geweest met het verzamelen van afbeeldingen en filmpjes op onder andere deze harde schijven. Gelet hierop acht de rechtbank bewezen dat verdachte ook de afbeeldingen, beschreven onder bovengenoemde gedachtestreepjes in de periode waarop feit 1 betrekking heeft, heeft verspreid en/of in voorraad heeft gehad.
De bewijsmiddelen.
p.m.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de hem bij aangepaste telastlegging onder 1 en 3 telastgelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen achten als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van een taalfout in de telastlegging, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke ver- betering verdachte niet in zijn verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals vermeld in de fotokopie van de vordering aanpassing omschrijving tenlastelegging, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde en van de verdachte.
Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is strafbaar; ten aanzien van hem zijn geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandig-heden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen.
Verdachte heeft zich langdurig en intensief beziggehouden met kinderpornografie. Niet alleen heeft hij een zeer grote hoeveelheid pornografische afbeeldingen, waarbij (zeer) jonge kinderen waren betrokken, in voorraad gehad, verdachte heeft ook actief bijgedragen aan de verspreiding daarvan via internet. Voorts heeft verdachte niet geschroomd om zelf opnames te maken van ontblote geslachtsdelen van jonge kinderen op het strand en deze vervolgens te verspreiden. Het zijn ernstige feiten. Immers, deze feiten kunnen niet los worden gezien van het daaraan ten grondslag liggende seksueel misbruik van jonge en zelfs zeer jonge kinderen en de exploitatie van dergelijk misbruik.
Volgens de over verdachte uitgebrachte psychiatrische rapportage door drs De Man, in samenwerking met drs Willemsen (rapport van 12 mei 2003), en de rapportage van de psycholoog drs Jansen (rapport van 30 april 2003), zijn de feiten verdachte volledig toe te rekenen. De rechtbank neemt deze conclusie over. De rechtbank acht dan ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Volgens genoemde rapporteurs is behandeling van verdachte bij De Waag in het kader van reclasseringsbegeleiding geïndiceerd. De rechtbank volgt dit advies. Met het oog daarop zal de gevangenisstraf deels voorwaardelijk worden opgelegd en met een langere dan de gebruikelijke proeftijd.
De in beslag genomen voorwerpen.
Blijkens de bij dit vonnis gevoegde en als C gemerkte beslaglijst zijn onder verdachte goederen in beslag genomen. Van deze goederen acht de rechtbank de computer vatbaar voor verbeurd- verklaring, aangezien verdachte met behulp van deze computer de strafbare feiten heeft gepleegd. De overige voorwerpen die op deze lijst staan vermeld acht de rechtbank vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Met betrekking tot deze voorwerpen heeft verdachte de strafbare feiten gepleegd, terwijl het ongecontroleerde bezit hiervan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen: 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 36b, 36c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij aangepaste telastlegging onder 2 telastgelegde feit heeft gepleegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de hem bij aangepaste telastlegging onder 1 en 3 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
feit 1: een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in voorraad hebben, meermalen gepleegd
en
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden en in voorraad hebben, terwijl hij van dit verspreiden en in voorraad hebben een gewoonte heeft gemaakt;
feit 3: een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en verspreiden, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezene en verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte voor deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van die gevangenisstraf, groot 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 3 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en onder de bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Den Haag, zolang die instelling zulks nodig acht, ook indien dat inhoudt het ondergaan van een behandeling bij De Waag;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht; (in verzekering gesteld op 3 februari 2003 en in voorlopige hechtenis gesteld op 6 februari 2003)
beslist inzake de blijkens de beslaglijst (C) in beslag genomen voorwerpen als volgt:
- verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 genoemde computer;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 2 tot en met 9 genoemde voorwerpen;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. De Boer, voorzitter,
mrs Joele en De Graaf, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Hoekstra, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 september 2003.