ECLI:NL:RBSGR:2003:AH9759
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging verstrekkingen aan asielzoekers en meewerkcriterium
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 4 april 2003, gaat het om de beëindiging van verstrekkingen aan twee Somalische asielzoekers, eiseressen A en B, door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De rechtbank oordeelt dat de verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseressen niet voldaan hebben aan hun meewerkverplichting om uitreisdocumenten te verkrijgen. Eiseressen hebben verschillende pogingen ondernomen om aan de benodigde documenten te komen, waaronder contact met het IOM, Somalische zelfhulporganisaties en familieleden. Ondanks deze inspanningen concludeert de rechtbank dat verweerder niet in redelijkheid kan stellen dat eiseressen onvoldoende hebben meegewerkt aan hun terugkeer naar Somalië.
De rechtbank verwijst naar het advies van de commissie Van Dijk, dat stelt dat asielzoekers goed en tijdig geïnformeerd moeten worden over wat van hen verwacht wordt in het kader van de vaststelling van hun identiteit. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet heeft aangetoond dat eiseressen niet al het mogelijke hebben gedaan om aan uitreisdocumenten te komen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt verweerder in de proceskosten, die zijn begroot op € 644,-. De uitspraak biedt een belangrijke overweging over de informatieplicht van de overheid ten aanzien van asielzoekers en de redelijkheid van de eisen die aan hen worden gesteld.