ECLI:NL:RBSGR:2003:AF9116
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een machtiging tot voorlopig verblijf voor een Marokkaanse vreemdeling met familie in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 mei 2003 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres, een Marokkaanse vrouw, die een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) had aangevraagd in het kader van gezinshereniging. Eiseres had van 1980 tot 1987 in Nederland gewoond, maar was daarna teruggekeerd naar Marokko. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de redelijke kennis van de Nederlandse taal van eiseres, zij niet voldoende banden met Nederland had opgebouwd om te concluderen dat Nederland het meest aangewezen land voor haar was. De rechtbank nam hierbij in overweging dat eiseres het grootste deel van haar leven in Marokko had doorgebracht en dat er geen bewijs was dat zij in Nederland beter zou kunnen integreren dan in Marokko. De rechtbank verwierp ook het standpunt van de verweerder dat de relatie tussen eiseres en haar broers niet als familie- of gezinsleven kon worden aangemerkt onder artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank verwees naar de uitspraak van het EHRM in de zaak Marckx, waarin werd vastgesteld dat de relatie tussen broers en zussen onder het gezinsleven valt. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om opnieuw op het bezwaarschrift te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.