ECLI:NL:RBSGR:2003:AF8285
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitzetting van een Armeense vluchteling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 12 maart 2003 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, een Armeense nationaliteit, had op 8 oktober 2002 een aanvraag om toelating als vluchteling ingediend, welke op 21 november 2002 door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie was afgewezen. Tegen deze afwijzing heeft de verzoeker op 17 februari 2003 beroep ingesteld, maar het beroepschrift was niet binnen de wettelijke termijn ingediend. De verzoeker stelde dat de beschikking niet met behulp van een tolk was uitgereikt, waardoor hij de inhoud van de beschikking niet kende. De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien het voorblad van de bestreden beschikking, waarop niet was aangegeven dat de beschikking met behulp van een tolk was uitgereikt, mogelijk sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Hierdoor was het voor de voorzieningenrechter niet voldoende vast komen te staan dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend volgens artikel 82, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, wat betekent dat de uitzetting van de verzoeker achterwege dient te blijven totdat er een beslissing is genomen op het beroep. Tevens is de verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van € 322 aan de verzoeker, met de Staat der Nederlanden als rechtspersoon die deze kosten dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.