ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7908
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing verblijfsvergunning asiel voor minderjarige vreemdeling
In deze zaak gaat het om een minderjarige eiser, afkomstig uit Somalië, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend. Eiser, die tien jaar oud en zwaar astmatisch is, werd door zijn begeleidster op een station achtergelaten en kwam vervolgens bij zijn tante terecht. Deze heeft enkele dagen later een aanvraag om asiel ingediend. De rechtbank overweegt dat de terugtrekking van de begeleidster als zaakwaarnemer geen reden is om aan te nemen dat de aanvraag niet rechtsgeldig was. De rechtbank wijst erop dat er nog geen voogdijregeling was getroffen en dat de belangen van het kind voorop moeten staan, zoals vastgelegd in artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
De rechtbank constateert verder dat eiser tijdens de AC-procedure geen rechtshulp heeft gehad. Hoewel er een advies van de SRA was, ging dit niet in op de inhoudelijke aspecten van de zaak. Eiser had geen begeleider en kon zijn verhaal niet onderbouwen met verklaringen van familieleden. Dit gebrek aan ondersteuning en de afwezigheid van een rechtshulpverlener hebben geleid tot een situatie waarin de zorgvuldigheid van het verhoor in het geding is. De rechtbank concludeert dat het verhoor onder deze omstandigheden niet aan de eisen van zorgvuldigheid voldoet.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verplicht verweerder om een nieuw besluit te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,--. De uitspraak is gedaan door mr. H. Ollermann en openbaar uitgesproken op 10 april 2003.