ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7839
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.G.J. Roelvink
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortduren van de maatregel van bewaring van een Guinese vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 februari 2003 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de maatregel van bewaring van een Guinese vreemdeling, aangeduid als eiser. De rechtbank oordeelde dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet langer rechtmatig was, omdat verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, niet met voldoende voortvarendheid de voorgenomen uitzetting van eiser had ter hand genomen. Verweerder had gedurende een periode van twee maanden geen concrete activiteiten ondernomen om de uitzetting van eiser te realiseren, en het was niet aangetoond dat eiser hieraan schuld had. De rechtbank merkte op dat de wisseling van consul bij de Guinese autoriteiten geen excuus was voor het uitblijven van actie, aangezien verweerder niet volledig afhankelijk was van de medewerking van een consul voor de voorbereiding van de uitzetting.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de maatregel van bewaring opgeheven. Eiser was geboren in 1965 en verbleef in het huis van bewaring te Ter Apel. De gemachtigde van eiser was mr. D. de Vries, terwijl de gemachtigde van verweerder mw. M.I. Bredewold was, werkzaam bij de IND. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat er geen kosten waren die eiser redelijkerwijs had moeten maken in verband met de behandeling van het beroep. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. J. van de Wiel, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.