ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7187
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.G.J. Roelvink
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Kirgizische eisers met betrekking tot politieke vervolging
In deze zaak gaat het om de asielaanvraag van twee Kirgizische eisers, A en B, die problemen ondervonden vanwege hun betrokkenheid bij de oppositiepartij Ar-Namys in Kirgizië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers in Kirgizië te maken hebben gehad met ernstige bedreigingen en geweld, waaronder arrestaties en mishandelingen, als gevolg van hun politieke activiteiten. De eisers hebben hun land op 8 september 2001 verlaten, na herhaaldelijke intimidatie door de autoriteiten. De rechtbank oordeelt dat de verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de door eisers gestelde problemen niet als vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag moeten worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden besluiten van de verweerder, waarbij deze wordt opgedragen nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens wordt de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eisers, vastgesteld op € 644,--.