Verzoekster, die afkomstig is uit Sint Petersburg en Russisch-Orthodox christen is, is van vaders kant van Joodse afkomst en van moeders kant van etnisch Russische afkomst. In haar binnenlandse paspoort is verzoekster geregistreerd als etnisch Russisch. Tot begin 2002 had verzoekster nooit problemen ondervonden in verband met haar etnische afkomst.
Op 26 januari 2002 was verzoekster 's avonds door haar buren uitgenodigd. Het bleek dat verder ook nog drie jonge mannen aanwezig waren. Tijdens het gesprek maakten deze mannen antisemitische opmerkingen. Toen geproost werd op de dood van alle Joden, werd verzoekster boos van woede en nam zij het voor de Joodse bevolkingsgroep op. Op een bepaald moment zei verzoekster dat ook haar eigen vader van Joodse afkomst was. Hierop begonnen de drie mannen, die hadden gezegd dat zij lid waren van de beweging Russische Nationale Eenheid (RNE), verzoekster uit te schelden vanwege haar Joodse afkomst. Na een woordenwisseling is verzoekster vervolgens uit de woning van haar buren vertrokken.
Enkele dagen later is verzoekster, op de terugweg van haar werk naar huis, op straat in elkaar geslagen door een paar mannen, die zeiden dat zij het niet in haar hoofd moest halen om Russische patriotten te beledigen. Verzoekster was zo zwaar mishandeld dat zij naar het ziekenhuis moest worden gebracht.
Op 8 februari 2002, nadat zij uit het ziekenhuis ontslagen was, heeft verzoekster bij de politie aangifte gedaan van mishandeling. Bij brief van 15 maart 2002 deelde de politie verzoekster mee dat geen aanleiding bestond om naar aanleiding van haar aangifte een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Vervolgens heeft verzoekster naar aanleiding van deze weigering een klacht ingediend bij het openbaar ministerie, die haar eind april 2002 berichtten dat de beslissing om geen onderzoek in te stellen op goede gronden was genomen.
Nadat verzoekster dit antwoord had ontvangen, is zij bij een nicht, die ook in Sint Petersburg woonde ingetrokken. Enkele dagen nadat zij verhuisd was, werd verzoekster telefonisch bedreigd. Verzoekster werd uitgescholden vanwege haar Joodse afkomst en haar werd te verstaan gegeven dat zij Rusland diende te verlaten. Deze bedreigingen keerden regelmatig terug. Op 6 mei 2002 is verzoekster naar de politie gegaan om aangifte te doen. Nadat de agent die zij in eerste instantie te spreken had gekregen, weigerde om een aangifte in behandeling te nemen, kreeg verzoekster zijn meerdere te spreken. Deze zei tegen verzoekster dat hij persoonlijk een aantal leden van de RNE kende en dat zij verzoekster niet met rust zouden laten voordat zij Rusland had verlaten; ook raadde hij verzoekster af om aangifte te doen. Nadat verzoekster alles wat was voorgevallen op papier had gezet, is de aangifte alsnog door de politie in behandeling genomen.
Halverwege mei 2002 kreeg verzoekster een telefoontje, waarin men haar meedeelde dat haar auto met draaiende motor op de parkeerplaats stond. Verzoekster is hierop, zonder er aan te denken om ook haar binnenlandse paspoort mee te nemen, direkt naar de parkeerplaats gelopen. Toen verzoekster bij haar auto kwam, bleek de motor helemaal niet aan te staan. Er kwamen twee agenten op verzoekster af, die haar naar haar identiteitspapieren vroegen. Omdat verzoekster deze inderhaast niet had meegenomen en dus niets kon tonen, werd verzoekster door de agenten aangehouden en naar het politiebureau overgebracht. Verzoekster werd die nacht op het politiebureau vastgehouden. De volgende kreeg verzoekster een agent te spreken, die haar beledigde vanwege haar Joodse afkomst, verzoekster een klap in haar gezicht gaf en de aangifte naar verzoekster toe gooide. Verzoekster nam de aangifte mee en zij werd vervolgens vrijgelaten.
Op 20 mei 2002 heeft verzoekster weer een brief geschreven aan het openbaar ministerie, waarin zij haar beklag deed over de wijze waarop zij door de politie behandeld was en waarin zij suggereerde dat sprake zou zijn van banden tussen de politie en de RNE. Bij brief van 28 juni 2002 berichtte het openbaar ministerie verzoekster dat uit onderzoek was gebleken dat niet was aangetoond dat er banden waren tussen de RNE en de politie en dat de reden waarom verzoekster was meegenomen naar het politiebureau was geweest dat zij zich grof had gedragen toen de agenten haar naar haar identiteitspapieren vroegen.
Op 14 juli 2002 werd 's avonds aangebeld bij de deur van de woning waar verzoekster verbleef. Omdat antisemitische opmerkingen werden gemaakt ten aanzien van verzoekster, deed zij de deur niet open. Al hoewel verzoekster het alarmnummer van de politie had gebeld, was niemand gekomen. De volgende ochtend vernam verzoekster telefonisch van de wijkagent, die blijkbaar door anderen was gewaarschuwd, dat zij haar woning niet mocht verlaten, omdat op de voordeur een explosief zat dat eerst verwijderd moest worden.
Na dit incident was verzoekster zo bang geworden dat zij besloot om haar baan op te zeggen en om Sint Petersburg te verlaten. Verzoekster is naar het dorp B gegaan, waar haar broer als Russisch Orthodox geestelijke werkte. Vanaf dit adres heeft verzoekster opnieuw een brief geschreven aan het openbaar ministerie, waarin zij zich beklaagde over wat op 14 juli 2002 was voorgevallen. Toen verzoekster op 19 september 2002 naar buiten ging om melk te halen, kwamen twee mannen op haar af, die haar in een auto ontvoerden. Verzoekster werd naar een bos gebracht, waar zij door de twee mannen die haar ontvoerd hadden en door de chauffeur van de auto verkracht werd. De mannen zeiden dat zij Russische patriotten waren en dat dit hun allerlaatste waarschuwing was.
Verzoekster is de volgende dag naar haar vriend in Sint Petersburg gegaan. Haar vriend adviseerde haar om een brief te schrijven aan het openbaar ministerie in Moskou, welk advies verzoekster heeft opgevolgd. Eind november 2002 kreeg verzoekster antwoord van het openbaar ministerie in Moskou, dat haar zaak was terugverwezen naar het openbaar ministerie in Sint Petersburg. Hierop besloot verzoekster om de Russische Federatie te verlaten. Verzoekster heeft de Russische Federatie op 15 december 2002 op legale wijze verlaten, onder gebruikmaking van haar eigen buitenlands paspoort met daarin een Nederlands Schengenvisum.