ECLI:NL:RBSGR:2002:AO5313
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uit huis plaatsing van een minderjarige in het belang van verzorging en opvoeding
Op 24 december 2002 heeft de Raad voor de Kinderbescherming een verzoekschrift ingediend tot machtiging om een minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een AWBZ-voorziening, zoals bedoeld in artikel 1:261 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De minderjarige, geboren op 20 maart 1990, woont wettelijk bij zijn ouders, maar verblijft feitelijk elders. De kinderrechter heeft de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld van 24 december 2002 tot 1 januari 2003.
De kinderrechter heeft op basis van de informatie uit het verzoekschrift en de bijlagen geoordeeld dat het dringend noodzakelijk is om de minderjarige uit huis te plaatsen in het belang van zijn verzorging en opvoeding. Het verhoor van de verzoeker en andere belanghebbenden kan niet worden afgewacht zonder dat dit onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige met zich meebrengt.
De kinderrechter heeft de stichting Jeugdbescherming en -reclassering Den Haag gemachtigd om de minderjarige uit huis te plaatsen in het Leids Universitair Medisch Centrum van 24 december 2002 tot 1 januari 2003. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De behandeling van het verzoek voor het overige is aangehouden tot de terechtzitting van 31 december 2002. De beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van L.W. Evers als griffier. Van deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.