ECLI:NL:RBSGR:2002:AF7236
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Jacobsz
- M. Lolkema
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot continuering van opvang en verstrekkingen door het COA in verband met bijzondere omstandigheden
In deze zaak hebben verzoekers, A en B, samen met hun kinderen C en D, een verzoek ingediend bij de Rechtbank 's-Gravenhage om de continuering van hun opvang en verstrekkingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De verzoekers, burgers van de Federale Republiek Joegoslavië, verblijven in een asielzoekerscentrum te Heemskerk. Op 17 juli 2002 hebben zij een aanvraag ingediend voor de voortzetting van hun verstrekkingen, maar verweerder heeft hierop geen tijdig besluit genomen. De voorzieningenrechter heeft op 10 september 2002 geoordeeld dat verweerder in de beoordeling van de aanvraag van verzoekers bijzondere omstandigheden heeft miskend, waardoor het COA bevoegd was om een besluit te nemen over de opvang en verstrekkingen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aanvraag van verzoekers op 17 juli 2002 is ingediend en dat er geen besluit is genomen binnen een redelijke termijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, waardoor verzoekers beroep konden instellen. De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen binnen vier weken na de uitspraak een besluit te nemen over de aanvraag van verzoekers. Tevens is het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij verweerder is opgedragen de ontruiming van de woonruimte van verzoekers te staken totdat er een besluit is genomen.
De voorzieningenrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van verzoekers toegewezen, begroot op € 644,-. Het verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de ontruiming is afgewezen, omdat de voorzieningenrechter reeds op de voorlopige voorziening had beslist. De uitspraak is gedaan op basis van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter de belangen van verzoekers en verweerder heeft afgewogen.