ECLI:NL:RBSGR:2002:AF4586
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van geslacht en voornaam in de akte van geboorte van een Luxemburgse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 oktober 2002 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de vermelding van het geslacht en de voornaam van een betrokkene met de Luxemburgse nationaliteit. Het verzoekschrift was ingediend op 26 oktober 2001 en betrof de wijziging van de geslachtsvermelding in de geboorteakte van de betrokkene, alsook de wijziging van de voornaam. De rechtbank oordeelde dat, aangezien het verzoek vóór 1 januari 2002 was ingediend, het procesrecht zoals dat voorheen gold van toepassing was. De rechtbank stelde vast dat op grond van de Wet conflictenrecht namen het Luxemburgse recht van toepassing was op het verzoek tot voornaamswijziging.
De rechtbank concludeerde dat de gevraagde voornaam onder Luxemburgs recht niet uitgesloten was en dat de voornaamswijziging derhalve voor toewijzing vatbaar was. De rechtbank gelastte de wijziging van de vermelding van het geslacht van de betrokkene in de akte van geboorte van mannelijk naar vrouwelijk en wijzigde de voornaam van de betrokkene naar de nieuwe voornaam. Het meer of anders verzochte werd afgewezen.
De rechtbank overwoog dat de Nederlandse rechter rechtsmacht had om het verzoek tot wijziging van het geslacht te behandelen, ondanks de Luxemburgse nationaliteit van de betrokkene. Dit was gebaseerd op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de Overeenkomst van Istanboel. De rechtbank erkende de maatschappelijke veranderingen rondom transseksualiteit en oordeelde dat de wijziging van geslacht onder de wijziging van de staat van personen valt, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd was. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene voldoende had aangetoond dat hij zich identificeerde met het andere geslacht en dat de wijziging van de geslachtsvermelding en voornaam gerechtvaardigd was.
De beschikking werd gegeven door mr. M. Dam en uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij V. van den Hoed-Koreneef als griffier aanwezig was.