ECLI:NL:RBSGR:2002:AF4435
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitzetting en opvang van Afghaanse vreemdeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 oktober 2002 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een Afghaanse vreemdeling, geboren in 1978, die een verzoek heeft ingediend om te voorkomen dat hij wordt uitgezet naar Afghanistan totdat er op zijn beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er recente wijzigingen zijn in het beleid van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met betrekking tot terugzending naar Afghanistan, wat aanleiding geeft om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De rechter heeft bepaald dat de uitzetting van de vreemdeling achterwege moet blijven totdat er een beslissing is genomen op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de vreemdeling om opvang te regelen, afgewezen. De rechter overweegt dat er geen bewijs is dat de aanvraag voor opvang niet binnen 48 uur is behandeld, en dat het verzoek om opvang niet op de weg van de rechter ligt, maar op die van de verzoeker zelf. Hierdoor is dit deel van het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft de IND veroordeeld in de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 322.
De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De zaak is geregistreerd onder AWB 02/74284 en betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, met toepassing van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8:83.