RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummers 09/037338-02 en 09/757204-01 (gevoegd ter terechtzitting)
rolnummers 0003 en 0004
's-Gravenhage, 2 december 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Viëtnam),
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in het Penitentiair Complex Scheveningen, Huis van Bewaring Haaglanden, Unit 2, te 's-Gravenhage.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 18 november 2002.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr M.R. Kok, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Remmerswaal heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder 1 telastgelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 primair en bij dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 en 2 zullen worden onttrokken aan het verkeer, en dat het overige blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomene (nummers 3 tot en met 8) zal worden teruggegeven aan de verdachte.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaardingen, gemerkt A.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
Namens verdachte is door de raadsman een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Zakelijk weergegeven houdt dit beroep in dat in het onderzoek naar verdachtes beweerdelijke deelname aan een criminele organisatie is gestart zonder dat er een concrete aanwijzing was van enig strafbaar feit. Voorts betoogt de raadsman dat de verlenging van de telefoontap-bevelen onjuist is en dat de rechter-commissaris op onjuiste gronden de vordering tot afname van DNA-materiaal heeft toegewezen.
De rechtbank verwerpt dit beroep, aangezien het slechts ziet op de telastgelegde deelname aan een criminele organisatie en geen betrekking heeft op de bewezenverklaarde feiten. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat blijkens het dossier de verdenking voor het bij dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 telastgelegde feit niet is gebaseerd op de telefoontaps of het DNA-materiaal, maar op andere feiten en omstandigheden.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 primair en bij dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder 1 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 subsidiair en bij dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder 2 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Na te melden straf en maatregel zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte heeft getracht in te breken in een postkantoor met de kennelijke bedoeling daar veel geld weg te nemen. Door deze daad heeft verdachte veel overlast en schade toegebracht aan het postkantoor en haar medewerkers. Daarnaast draagt verdachtes daad bij aan gevoelens van onveiligheid bij directe betrokkenen en bij de samenleving als geheel. Voorts heeft verdachte een pistool met bijbehorende munitie voorhanden gehad terwijl hij, blijkens zijn verklaring ter terechtzitting, wist dat het bezit van dit pistool verboden was.
De rechtbank heeft bij dit feit in aanmerking genomen dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 6 augustus 2002 al eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld is.
Gelet op het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van na te melden gevangenisstraf passend en geboden is.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 en 2 onttrekken aan het verkeer, zijnde deze voorwerpen voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien deze aan verdachte toebehorende voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar het feit waarvan hij wordt verdacht, zijn aangetroffen, terwijl deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 3 tot en met 8, te weten:
3. Kentekenbewijzen deel 1 en 2 [kenteken];
4. Kentekenbewijs deel 2 Audi A3 op naam van [betrokkene];
5. Overschrijvingsbewijs Audi A3 van [betrokkene];
6. Kentekenbewijs deel 1 Audi A3;
7. Keuringsbewijs Audi A3 van [betrokkene];
8. Personenauto [kenteken], Audi A3 kleur blauw.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 36b, 36d, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 primair en bij dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder 1 telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 subsidiair en bij dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder 2 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding met parketnummer 09/037338-02 subsidiair:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
ten aanzien van dagvaarding met parketnummer 09/757204-01 onder feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 12 MAANDEN;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
ten aanzien van dagvaarding met parketnummer 09/037338-02:
in verzekering gesteld op : 4 augustus 2002,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 7 augustus 2002,
ten aanzien van dagvaarding met parketnummer 09/757204-01:
in verzekering gesteld op : 21 april 2001,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 24 april 2001,
in vrijheid gesteld op : 15 mei 2001,
verklaart onttrokken aan het verkeer de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1 en 2, te weten:
1. pistool Wicke Cannon Mx2, nep pistool;
2. pistool Tractical, nep pistool;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 3 tot en met 8, te weten:
3. Kentekenbewijzen deel 1 en 2 [kenteken];
4. Kentekenbewijs deel 2 Audi A3 op naam van [betrokkene];
5. Overschrijvingsbewijs Audi A3 van [betrokkene];
6. Kentekenbewijs deel 1 Audi A3;
7. Keuringsbewijs Audi A3 van [betrokkene];
8. Personenauto [kenteken], Audi A3 kleur blauw;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Quadekker, voorzitter,
Van Kempen en Van Harte, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Schuurmans, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 december 2002 .