ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1101

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 02/1014
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. von Maltzahn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over kwekersrechtelijke geschillen tussen Astée Flowers B.V. en gedaagde in conventie

In deze zaak, die op 18 oktober 2002 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Astée Flowers B.V. en een gedaagde partij, die zich richt op de bescherming van kwekersrechten. Astée Flowers B.V. heeft de gedaagde in conventie aangeklaagd omdat deze onrechtmatige mededelingen heeft gedaan over de variëteiten 'Blancanieves' en 'Summersnow', die volgens de gedaagde zouden zijn afgeleid van het ras 'Dangypmini' (ook bekend als 'Million Stars'). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij, die kwekersrechthouder is van 'Dangypmini', gerechtigd was om rechtsmaatregelen te treffen ter bescherming van haar kwekersrechten, maar dat de mededelingen die zij heeft gedaan aan relaties van Astée onrechtmatig waren. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde zich in de toekomst moet onthouden van dergelijke uitlatingen en heeft een verbod opgelegd aan de gedaagde om verdere mededelingen te doen die de variëteiten van Astée in een kwaad daglicht stellen. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot het betalen van de proceskosten aan Astée. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Astée in conventie grotendeels toegewezen, terwijl de vorderingen in reconventie zijn afgewezen. Dit vonnis benadrukt de complexiteit van kwekersrechtelijke geschillen en de noodzaak voor zorgvuldige afwegingen bij het maken van beschuldigingen over inbreuk op kwekersrechten.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 18 oktober 2002,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 02/1014 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Astée Flowers B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwveen, gemeente Liemeer,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. H.C. Grootveld,
advocaat mr. T.F.W. Overdijk te Amsterdam,
gedaagde in conventie
gevestigd en kantoorhoudende te Beit Dagan (Israël),
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. A.H.J. Wolf.
Partijen zullen hierna nader worden aangeduid als "Astée" en gedaagde in conventie.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 25 september 2002 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
- Astée drijft een onderneming die zich richt op productie en verhandeling van jonge planten, binnen en buiten Nederland, alsmede het verzorgen van de juridische bescherming ervan en het in het verkeer brengen van door derden ontwikkelde nieuwe cultivars.
- [gedaagde in conventie] is een bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling (veredeling) en exploitatie van bloemenrassen, waaronder Gypsofila (gipskruid) en Asters.
- [gedaagde in conventie] is communautair kwekersrechthouder van de gipskruidcultivar Dangypmini (P) "Million Stars".
- Astée heeft in de loop van augustus/september 2001 twee nieuwe gipskruidcultivars op de markt gebracht, genaamd Blancanieves en Summer Snow, welke variëteiten zijn gewonnen door [belanghebbende].
- Voor deze variëteiten heeft [belanghebbende] in november 2001 bij het Communautair Bureau voor Plantenrassen aanvragen ingediend voor de verlening van communautair kwekersrecht.
- In maart 2002 heeft [belanghebbende] haar kwekersrechtelijke aanspraken overgedragen aan Astée.
- In het najaar van 2001 hebben partijen overleg met elkaar gevoerd over eventuele samenwerking.
- Hierna zijn problemen gerezen tussen partijen.
- [gedaagde in conventie] heeft bezwaar gemaakt tegen de door Astée gedistribueerde nieuwe Gypsofila-variëteiten, Blancanieves en Summer Snow, omdat deze rassen mutanten zouden zijn van de Dangypmini, waarvoor zij zelf kwekersrecht heeft verkregen.
- Eind 2001 heeft [gedaagde in conventie] een DNA-test laten uitvoeren voor de Blacanieves bij Keygene Genetics N.V. te Wageningen, verder: Keygene. Dit bedrijf kwam tot de conclusie dat Blancanieves (bij dit het bedrijf bekend onder de naam LENRAS) en Million Stars (Dangypmini) ofwel behoorden tot dezelfde variëteit ofwel tot dezelfde mutant groep.
- Bij brief van 2 januari 2002 heeft [gedaagde in conventie] aan Astée laten weten dat op grond van de DNA-test is komen vast te staan dat Blancanieves een mutant is van Dangypmini.
- Astée en [belanghebbende] hebben de uitkomsten van deze test betwist. Partijen hebben vervolgens besprekingen gevoerd over het verrichten van een tweede DNA-test door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Astée heeft daarbij bedongen dat de test zou plaatsvinden in de zomer van 2002, wanneer ook de kruisingsproducten van de veredelaar beschikbaar zouden zijn om in de test te worden meegenomen. [gedaagde in conventie] eiste een onmiddellijke test.
- Bij brieven van 4 februari 2002, 11, 21 en 26 maart 2002 heeft [gedaagde in conventie] Astée aangezegd de distributie van Blancanieves en Summersnow te stoppen en onmiddellijk mee te werken aan een tweede DNA-test, bij gebreke waarvan gerechtelijke stappen zouden worden genomen.
- Voorts hebben hebben de raadslieden van [gedaagde in conventie] in Nederland en in Israël op 26 maart 2002 brieven gestuurd aan afnemers en relaties van Astée in en buiten Nederland, waarin wordt medegedeeld dat het vermoeden bestaat dat Blancanieves en Summersnow mutanten zijn van de Dangypmini, waarvan [gedaagde in conventie] kwekersrechthouder is, en dat zij aansprakelijk worden gehouden voor eventuele schade vanwege inbreuk op dat kwekersrecht.
- Bij faxbrief van 5 april 2002 aan Astée heeft een afnemer van Astée uit Spanje medegedeeld dat vertegenwoordigers van [gedaagde in conventie] hem en zijn klanten op een agressieve wijze hebben benaderd en dat als gevolg daarvan annuleringen hebben plaatsgevonden.
- Bij faxbrief van 10 mei 2002 aan Astée heeft een afnemer uit Egypte zijn order geannuleerd in verband met claims van [gedaagde in conventie].
- Bij brief van 14 mei 2002 heeft een bedrijf uit Barcelona (Spanje) aan Astée bericht dat Blancanieves over geheel Spanje niet kan worden verhandeld omdat klanten zich geïntimideerd voelen door de opstelling van de vertegenwoordigers van [gedaagde in conventie].
- Keygene heeft in september 2002 wederom een DNA onderzoek uitgevoerd. Volgens dit onderzoek verschilden Million Stars en Million Mini op één punt en deze twee planten op hun beurt van Blancanieves op vijf punten.
- In opdracht van Astée heeft IdQ B.V. te Wageningen een DNA-identificatieonderzoek gedaan ten aanzien van 10 gypsofila, waarbij ook betrokken waren de Blancanieves en de Million Stars. Daarvan is op 17 september 2002 rapport opgemaakt.
2. De vordering in conventie en in reconventie, de gronden daarvoor en het verweer
Astée vordert in conventie - zakelijk weergegeven -:
1. [gedaagde in conventie] op straffe van een dwangsom te verbieden aan afnemers, leveranciers, agenten of andere (al dan niet potentiële) relaties van haar, of aan andere derden, waar ook ter wereld, mededelingen te doen, of te laten doen, waarin wordt gesteld dat de variëteiten "Blancanieves" en/of "Summersnow" zouden zijn afgeleid van het ras "Dangypmini"("Million Stars") van [gedaagde in conventie], of dat (teeltmateriaal van) deze variëteiten anderszins inbreuk zou(den) maken op [gedaagde in conventie] kwekersrecht voor de "Dangypmini";
2. [gedaagde in conventie] op straffe van een dwangsom te bevelen binnen één week na betekening van dit vonnis aan Astée of haar raadsman schriftelijk opgave te doen van de namen en adressen van alle derden, waar ook ter wereld, aan wie zij mededelingen heeft gedaan, of laten doen, mondeling of schriftelijk, dat de variëteiten "Blancanieves" en/of "Summer Snow" zouden zijn afgeleid van het ras "Dangypmini" (Million Stars) van [gedaagde in conventie], of anderszins inbreuk zouden maken op [gedaagde in conventie] kwekersrecht voor "Dangypmini", of die zij heeft getracht over te halen geen zaken met Astée te doen.
3. [gedaagde in conventie] op straffe van een dwangsom te bevelen binnen één week na betekening van dit vonnis aan een ieder aan wie zij de onder punt 6 van de dagvaarding bedoelde mededelingen en/of verzoeken heeft gedaan, op haar gebruikelijke briefpapier een brief te schrijven met uitsluitend de navolgende inhoud, of in het geval de geadresseerde de Nederlandse taal onvoldoende beheerst een letterlijke vertaling daarvan in de voertaal van de woon- of vestigingsplaats van de geadresseerde:
"Rectificatie
Geachte heer/mevrouw,
Gaarne vragen wij uw aandacht voor het volgende.
Onlangs hebben wij u meegedeeld, of laten meedelen, dat de varïëteiten "Blancanieves" en/of "Summersnow" van Astée Flowers B.V. te Nieuwveen, Nederland, zouden zijn afgeleid van ons ras "Dangypmini"("Million Stars"), of anderszins inbreuk zouden maken op ons kwekersrecht voor de "Dangypmini. Daarmee hebben wij ten onrechte getracht u over te halen geen zaken te doen met Astée Flowers B.V.
Op verzoek van Astée Flowers B.V. heeft de Voorzieningenrchter van de rechtbank te Den Haag, Nederland, geoordeeld dat deze mededelingen c.q. deze verzoeken onjuist en/of misleidend en onrechtmatig zijn jegens Astée Flowers B.V. Voorts heeft de Voorzieningenrechter ons bevolen u deze brief te schrijven.
Hoogachtend,,
gedaagde in conventie]
[gedaagde in conventie]
[gedaagde in conventie],
althans zodanige tekst als de Voorzieningenrechter juist acht.
4. [gedaagde in conventie] te veroordelen binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis aan haar een voorschot op vergoeding van de door haar geleden schade te betalen ten bedrage van € 100.000,-.
5. Gelet op het bepaalde in artikel 260 lid 1 Rv. en artikel 50 lid 6 TRIPS de redelijke termijn waarbinnen zij een procedure ten principale aanhangig dient te hebben gemaakt te stellen op zes maanden.
Daartoe voert Astée - kort samengevat - het volgende aan.
Astée stelt zich op het standpunt dat Blancanieves en Summersnow niet zijn afgeleid van Dangypmini. Astée heeft zich bereid verklaard aan een onafhankelijk onderzoek mee te werken. [gedaagde in conventie] weigerde echter het gehele rapport van Keygenes over te leggen en eiste voorts een onmiddellijk onderzoek, terwijl Astée de vervolgtest in de zomer wilde laten plaatsvinden.
Astée heeft in eigen beheer onderzoek laten verrichten door IdQ en in dit onderzoek wordt de mening van Astée bevestigd.
Aan het rapport van Keygene kan geen enkele waarde worden gehecht.
[gedaagde in conventie] kon in maart 2002 niet meer dan een vermoeden hebben dat Blancanieves zou zijn afgeleid van Dangpymini. Zij had derhalve nooit de mededelingen mogen doen aan afnemers en potentiële afnemers zoals zij heeft gedaan.
[gedaagde in conventie] voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken. Zij vordert op haar beurt in reconventie de medewerking van Astée aan een DNA-fingerprintonderzoek; opgave van de adressen van degenen aan wie Astée materiaal van Blancanieves en Summer Snow heeft verkocht en staking door Astée van in de eis nader omschreven handelingen met betrekking tot componenten en/of het oogstmateriaal van genoemde Gypsophila, zodra, blijkende uit het DNA- onderzoek definitief vastgesteld is dat deze Gypspsophila mutanten zijn uit Dangypmini; betaling van een dwangsom en van een voorschot, alles met veroordeling van Astée in de proceskosten.
3. De bevoegdheid
[gedaagde in conventie] heeft een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen. Zij stelt daartoe dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is ten aanzien van de gestelde onrechtmatige daden buiten Nederland. [gedaagde in conventie] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
De voorzieningenrechter oordeelt dienaangaande als volgt. [gedaagde in conventie] heeft haar vestigingsplaats in Israël. De bevoegdheid wordt in dit geval gebaseerd op artikel 6 lid 1 onder d. en artikel 13 Rv. De voorzieningenrechter laat in het midden of hij in dit geval bevoegd is tot het geven van grensoverschrijdende verboden of geboden. De in geding zijnde kwesties zijn gecompliceerd. Er kan, zonder nader onderzoek, niet zonder meer van worden uitgegaan dat de te nemen beslissing ook volgens het toepasselijk recht van andere in geding zijnde landen gegeven kan worden. De voorzieningenrechter zal zich bij het nemen van zijn beslissing derhalve beperken tot het territoir van Nederland.
4. De beoordeling van het geschil
in conventie:
4.1. Partijen gebruiken de termen ras en variëteit. De Zaaizaad-en Plantgoedwet kent evenals de hier toepasselijke EG Verordening 2100/9 (Nederlandse versie) inzake het communautaire kwekersrecht, verder de Verordening, slechts de term: ras. De voorzieningenrechter zal daarom hierna uitsluitend van ras spreken. Deze Verordening geeft houders van een communautair kwekersrecht ingevolge artikel 13, leden 1 en 2, bescherming ten aanzien van componenten en oogstmateriaal van het beschermde ras. Daarnaast strekt die bescherming zich ook uit ten aanzien van in wezen afgeleide rassen, in de zin van artikel 13 lid 6.
4.2. Afgeleide rassen zijn rassen, bij voorbeeld (al dan niet geïnduceerde) mutanten van een ras, die in kwekersrechtelijke zin van het oorspronkelijk beschermde ras onderscheidbaar zijn. Dit zou betekenen dat volgens de leden 1 en 2 van artikel 13 van de Verordening dergelijke rassen zonder toestemming van de kwekersrechthouder zouden kunnen worden verhandeld. Artikel 13 lid 5, onder a. beoogt echter dergelijke afgeleide rassen onder bepaalde voorwaarden toch onder de beschermingsomvang van het oorspronkelijke ras te brengen. Eén van die voorwaarden hiervoor is dat een ras "de expressie van de eigenschappen, die voortvloeit uit het genotype of combinatie van genotypes van het oorspronkelijke ras" heeft behouden.
4.3. Thans staat allereerst de vraag centraal of [gedaagde in conventie] onrechtmatig handelt jegens Astée door aan relaties van Astée mede te delen dat het vermoeden bestaat dat Blancanieves en Summer Snow mutanten zijn van de Dangypmini.
4.4. [gedaagde in conventie] was op zich zelf gerechtigd rechtsmaatregelen te treffen ter handhaving van haar kwekersrecht. Daartoe kan ook behoren het schrijven naar Astée en haar relaties, dat het vermoeden bestaat dat Astée gebruik maakt van een afgeleid ras (mutant) van [gedaagde in conventie]. Hierbij is ook van belang dat, indien zou moeten worden aangenomen dat de bewuste planten onder de beschermingsomvang van het kwekersrecht zouden vallen, ook die relaties van Astée op hun beurt onrechtmatig zouden handelen, namelijk door volgens artikel 13 lid 2 juncto leden 5 en 6 EG Verordening verboden handelingen met het oogstmateriaal van Astée te verrichten. Het gedrag van [gedaagde in conventie] wordt eerst onrechtmatig, indien [gedaagde in conventie] lichtvaardig overgaat tot of voortgaat met het waarschuwen van de relatiekring van Astée.
4.5. [gedaagde in conventie] beroept zich op twee rapporten van Keygene Genetics N.V. (verder: Keygene) te Wageningen, dat uitsluitend de bevindingen van een genetisch onderzoek bevat.
Summer Snow
4.6. Deze rapporten hebben niet betrekking op Summer Snow, zodat [gedaagde in conventie] ten aanzien van Summer Snow haar vermoeden, dat het hier om een mutant zou gaan, niet aannemelijk heeft gemaakt. In dit geding moet er daarom van worden uitgegaan dat de uitlatingen van [gedaagde in conventie] ten aanzien Summer Snow onrechtmatig waren. Een verbod tot het doen van verdere uitlatingen en een opgave van namen en adressen van derden alsmede een bevel tot rectificatie kunnen ten aanzien van Summersnow derhalve worden toegewezen als hierna vermeld. Aan de dwangsom zal een maximum worden gesteld. Voor toewijzing van een voorschot op schadevergoeding wordt in het kader van dit geding onvoldoende grond aanwezig geacht. Voorzover Astée zich op het standpunt stelt dat door of namens [gedaagde in conventie] dreigende of agressieve uitlatingen zijn gedaan wordt geoordeeld dat vooralsnog onvoldoende is komen vast staan dat hiervan in Nederland sprake is geweest.
Blancanieves
4.7. Hierna zal nader worden ingegaan op de vraag of het vermoeden van [gedaagde in conventie] dat Blancanieves een afgeleid ras in de zin van artikel 13 lid 6 van de EG Verordening (mutant) van Dangypmini (verder: Million Stars) is, in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd was.
Zoals hierboven onder 4.2 overwogen kunnen afgeleide rassen, waaronder mutanten, hoewel zij onderscheidbaar zijn, toch onder de beschermingsomvang van het oorspronkelijke ras vallen.
4.8. Volgens twee door Astée overgelegde verklaringen is er een aantal uiterlijke verschillen tussen Blancanieves en Million Stars. [belanghebbende] neemt in zijn verklaring van 18 april 2002 elf verschillen waar tussen Million Stars en Blancanieves. Deze verschillen zitten in de kleur van de bladeren, de vertakkingen, de bloemknoppen en de bloemen zelf (doorsnede, lengte kroonbladen, uitranding, aantal en lengte van de petaloïden, aanwezigheid van meeldraden en geur). De heer B. Bar-Tel te Israël, medewerker van het Ministerie van Landbouw en expert voor gypsophila van het Communautair Bureau voor Plantenrassen verklaart op eigen gezag op 21 augustus 2002 schriftelijk, dat hij tussen Blancanieves en Dangypmini duidelijke verschillen ziet ten aanzien van: planthoogte, de vertakking, de lengte van de bloemstengel en de diameter van de bloem. Naar zijn mening kan Blancanieves, wat de morfologische verschillen betreft, niet als een "essentially derived variety" van Dangypmini worden beschouwd.
4.9. Ten aanzien van het onderzoek van Keygene brengt dr. Van Eeuwijk van de Wageningse universiteit allereerst naar voren, dat het zogenaamde fenotype van een plant (de uiterlijke vorm en de anatomie) het resultaat is van erfelijk materiaal en omgeving. In het algemeen gesproken zullen twee planten met hetzelfde DNA of in sterke mate soortgelijk DNA erg op elkaar lijken in iedere willekeurige omgeving, terwijl planten die op elkaar lijken genetisch soortgelijk ofwel verschillend kunnen zijn. De enkele omstandigheid dat Blancanieves en Million Stars (qua fenotype) niet op elkaar lijken vormt reeds een sterke aanwijzing dat zij niet tot dezelfde ras behoren, laat staan dat de één een mutant van de ander is, aldus nog steeds Van Eeuwijk. Ten aanzien van het eerste DNA-onderzoek van [gedaagde in conventie] zelf wijst hij op het volgende.
Het vergelijkingsmateriaal, dat ten aanzien van Blancanieves en Million Stars is gebruikt, bestond uit zes rassen (variëteiten) van grootbloemige Gypsophila, terwijl Blancanieves en Million Stars kleinbloemige rassen (variëteiten) zijn. Dit kan verklaren waarom de verschillen tussen het vergelijkingsmateriaal en Blancanieves en Million Stars zo veel groter waren dan tussen Blancanieves en Million Stars onderling.
Overigens zet hij een vraagteken bij de betrouwbaarheid van de gebruikte onderzoeksmethode. Keygene vond een verschil van 5 punten op 214 punten
("markers") tussen Blancanieves en Million Stars, dat wil zeggen een verschil van 2,3%, terwijl het door Astée ingeschakelde bedrijf IdQ 12 verschillen op 133 punten ("markers") vond, dat wil zeggen 9% verschil. Dit verschil van 9 % heeft Keygene wel gemeten tussen drie planten van het vergelijkingsmateriaal, te weten Toon, Golan en Perfecta. Daarmee is het argument dat Blancanieves en Million Stars van hetzelfde ras zijn verdampt, aldus Van Eeuwijk.
4.10. [gedaagde in conventie] acht niet fenotypische verschillen, maar uitsluitend genotypische verschillen relevant. Dit houdt verband met de uitleg, die zij aan artikel 13 lid 6 van de Verordening geeft. Zij gaat daarom aan de verklaringen van [belanghebbenden] voorbij.
4.11. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Zoals in 4.2. reeds overwogen gaat het er om of het oogstmateriaal van Astée, in dit geval Blancanieves, overeenkomt met het oorspronkelijke ras ten aanzien van de "expressie van de eigenschappen", die voortvloeit uit het ras Million Stars, anders gezegd - om in de terminologie van het UPOV-Verdrag te spreken - of Blancanieves de "wezenlijke eigenschappen" van het genotype van het oorspronkelijke ras Million Stars heeft behouden.
Volgens alle overgelegde onderzoeksresultaten verschilt het genotype van Blancanieves van dat van Million Stars. De verschillen zijn tenminste aanwijsbaar op 5 punten (Keygene) en mogelijk op 12 punten (IdQ).
Het fenotype van Blancanieves verschilt, zoals [belanghebbende] heeft vastgesteld, op een aantal punten van dat van Million Stars ten aanzien van: planthoogte, vertakking, lengte van de bloemstengel en diameter van de bloem. Voorts wordt in dit geding van belang geacht dat volgens [belanghebbende] bij de Blancanieves geen meeldraden en bij Million Stars wel meeldraden worden aangetroffen. Naar voorlopig oordeel gaat het hier om wezenlijke eigenschappen, die voortvloeien uit het erfelijk materiaal van Blancanieves en die afwezig zijn bij Million Stars. [gedaagde in conventie] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de afwezigheid van deze essentiële verschillen verklaard kan worden uit de afleidingshandeling, bedoeld in artikel 13 lid 6 van de Verordening.
4.12. Dit betekent dat voorlopig moet worden aangenomen dat niet aannemelijk is gemaakt dat Blancanieves een mutant van Million Stars is, die onder de kwekersrechtelijke bescherming van dat ras valt.
4.13. Gelet op de gronden, die [gedaagde in conventie] voor haar vermoeden aanvoert wordt niet aangenomen dat [gedaagde in conventie] voorafgaande aan dit geding wist, of ernstige redenen had om te vermoeden, dat Blancanieves geen mutant was. De in het verleden gedane mededelingen van [gedaagde in conventie] aan relaties en klanten van Astée betreffende Blancanieves zijn derhalve - gelet op het onder 4.4.overwogene - niet onrechtmatig. Voorts geldt ook hier dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde in conventie] of zijn vertegenwoordigers zich daarbij in Nederland hebben bediend van dreigende taal. Voor toewijzing van een voorschot terzake van schadevergoeding bestaat in het kader van dit kort geding onvoldoende aanleiding.
Wel dient [gedaagde in conventie] zich - gelet op het gestelde onder 4.11 en 4.12. - voor de toekomst te onthouden van uitlatingen, dat Blancanieves een mutant is van Million Stars. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. De vorderingen betrekking hebbende op Blancanieves zijn toewijsbaar als hierna te vermelden.
Verdere overwegingen
4.14. De termijn als bedoeld in artikel 260 Rv. zal worden gesteld op drie maanden.
in reconventie
4.15. In reconventie wordt als volgt overwogen.
In conventie is geen inbreuk op het kwekersrecht van [gedaagde in conventie] aangenomen. Niet valt in te zien waarom Astée desondanks verplicht zou kunnen worden aan het door [gedaagde in conventie] gevorderde onderzoek mee te werken. De vraag of, en zo ja onder welke voorwaarden, Astée bereid is aan een deskundigenonderzoek mee te werken kan aan de orde komen in het verzoek tot een voorlopig deskundigenonderzoek dat door [gedaagde in conventie] is gedaan. Het gevorderde in reconventie wordt afgewezen.
in conventie en in reconventie
4.16. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde in conventie], als de (grotendeels) in het in het ongelijk gestelde partij, zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
in conventie:
VERBIEDT [gedaagde in conventie] aan afnemers, leveranciers, agenten of andere (al dan niet potentiële) relaties van haar, of aan andere derden, in Nederland, mededelingen te doen, of te laten doen, waarin wordt gesteld dat de rassen "Blancanieves" en/of "Summer Snow" zouden zijn afgeleid van het ras "Dangypmini"("Million Stars") van [gedaagde in conventie], of dat (teeltmateriaal van) deze rassen anderszins inbreuk zou(den) maken op [gedaagde in co[gedaagde in conventie] kwekersrecht voor de "Dangypmini";
BEVEELT [gedaagde in conventie] binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan Astée of haar raadsman schriftelijk opgave te doen van de namen en adressen van alle derden in Nederland, aan wie zij mededelingen heeft gedaan, of laten doen, mondeling of schriftelijk, dat het ras "Summer Snow" zou zijn afgeleid van het ras "Dangypmini" (Million Stars) van [gedaagde in conventie], of anderszins inbreuk zouden maken op [gedaagde in co[gedaagde in conventie] kwekersrecht voor "Dangypmini",
BEVEELT [gedaagde in conventie] binnen twee weken na afgifte van deze opgave aan een ieder aan wie zij volgens deze opgave in Nederland mededelingen betreffende Summer Snow heeft gedaan, op haar gebruikelijke briefpapier een brief te schrijven met uitsluitend de navolgende inhoud:
"Rectificatie
Geachte heer/mevrouw,
Gaarne vragen wij uw aandacht voor het volgende.
Onlangs hebben wij u meegedeeld, of laten meedelen, dat het ras "Summer Snow" van Astée Flowers B.V. te Nieuwveen, Nederland, zou zijn afgeleid van ons ras "Dangypmini"("Million Stars"), of anderszins inbreuk zou maken op ons kwekersrecht voor de "Dangypmini.
Op verzoek van Astée Flowers B.V. heeft de Voorzieningenrechter van de rechtbank te Den Haag, Nederland geoordeeld dat deze mededelingen onjuist en onrechtmatig zijn jegens Astée Flowers B.V. Voorts heeft de Voorzieningenrechter ons bevolen u deze brief te schrijven.
Hoogachtend,
[gedaagde in conventie]
[gedaagde in conventie]
[gedaagde in conventie].
BEPAALT dat voor zover [gedaagde in conventie] in gebreke blijft dit verbod en deze bevelen na te leven een direct opeisbare dwangsom verbeurt van € 10.000,-- per overtreding van ieder afzonderlijk bevel voor iedere dag, een gedeelte van een dag als geheel te nemen, dat de overtreding van ieder afzonderlijk verbod respectievelijk bevel mocht voortduren, tot een maximum van € 10 miljoen.
BEPAALT dat deze voorziening zonder rechterlijke tussenkomst haar kracht verliest, indien Astée niet binnen een termijn van 3 kalendermaanden, te rekenen vanaf de dag van deze uitspraak, haar eis in de hoofdzaak heeft ingesteld en voorts [gedaagde in conventie] een daartoe strekkende verklaring bij de griffie van deze rechtbank heeft ingediend.
VEROORDEELT [gedaagde in conventie] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Astée begroot op € 982,49, waarvan € 193,- aan griffierecht en € 86,49 aan dagvaardingskosten.
VERKLAART dit vonnis tot zover uitvoer bij voorraad.
WIJST AF het meer of anders gevorderde.
in reconventie:
WIJST AF het gevorderde.
VEROORDEELT [gedaagde in conventie] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Astée begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Von Maltzahn en uitgesproken ter openbare zitting van 18 oktober 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.
evm