ECLI:NL:RBSGR:2002:AE8362
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake tewerkstellingsvergunning voor Surinaamse leerkracht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 september 2002 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een bezwaarschrift. Eiseres, een Surinaamse leerkracht, had op 9 november 2000 een aanvraag ingediend voor een tewerkstellingsvergunning bij de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs. Deze aanvraag werd op 25 april 2001 door de Raad van Bestuur van de Centrale Organisatie werk en inkomen (CWI) afgewezen. Eiseres diende op 6 juni 2001 een bezwaarschrift in, maar dit werd door verweerder op 16 oktober 2001 niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Eiseres ging hiertegen in beroep.
De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift niet correct was vastgesteld door verweerder. De rechtbank stelde vast dat de termijn voor het indienen van bezwaar begon op de dag na de verzending van de beschikking, en dat eiseres haar bezwaarschrift tijdig had ingediend. De rechtbank concludeerde dat verweerder in strijd met de wet had gehandeld door het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om opnieuw op het bezwaarschrift te beslissen. Tevens werd bepaald dat het onterecht geheven griffierecht aan eiseres moest worden teruggestort. De rechtbank gaf aan dat het belangrijk is om te overwegen of eiseres als belanghebbende kan worden aangemerkt, gezien de jurisprudentie en de wetgeving omtrent tewerkstellingsvergunningen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verweerders om zorgvuldig om te gaan met de termijnen en de status van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures.