RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-755012-02
rolnummer 0005
's-Gravenhage, 10 september 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Nigeria),
wonende te [adres] [woonplaats],
thans gedetineerd, Penitentiaire Inrichting Noordsingel, Rotterdam.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 27 augustus 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr E.J.W.F. Deen, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Meissen heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair telastgelegde wordt vrijge-sproken en dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 meest subsidiair en 2 primair telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie vordert voorts dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een kopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht -onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten nummer 1. vorderingen Rabobank [rekeningnummer] saldo euro 14.567,95 en nummer 2. 100 bankbiljetten van 200 Naira zullen worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar.
Aan verdachte is telastgelegd - na wijziging van de telastlegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A, en van de vordering wijziging telastlegging, gemerkt A1.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair is telastgelegd zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 meest subsidiair en 2 primair vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandig-heden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen.
Verdachte heeft een groot aantal personen opgelicht waarbij hij hen heeft bewogen tot afgifte van grote sommen geld. Verdachte heeft zich daartoe onder meer voorgedaan als vertegenwoordiger van buitenlandse overheidsorganisaties. Hij gebruikte daarbij valse namen en vervalste identiteitsbewijzen. Door zo te handelen heeft verdachte betrokkenen ernstig financieel benadeeld en dusdoende het vertrouwen dat over het algemeen in het betalingsverkeer bestaat, schade toegebracht.
Tevens heeft verdachte een vervalst paspoort voorhanden gehad. Met dergelijke documenten wordt bewust beoogd de identiteitscontroles te omzeilen die financiële instellingen hanteren met betrekking tot het betalingsverkeer. Daardoor is het vertrouwen dat in van overheidswege verstrekte identiteitsbewijzen moet kunnen worden gesteld, geschonden.
Voorts rekent de rechtbank verdachte de professionele wijze waarop hij en zijn medeverdachte te werk zijn gegaan, zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het door A. Botto en G.J.C. Westerveld namens de Stichting Reclassering Nederland uitgebrachte adviesrapport d.d. 15 juli 2002 betreffende verdachte.
Ten slotte laat de rechtbank bij de strafmaat ten gunste van verdachte wegen dat hij blijkens een uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 1 februari 2002 destijds een blanco strafblad had.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
Onvoldoende duidelijk is geworden aan wie de blijkens de Beslaglijst C inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 en 2, te weten vorderingen Rabobank [rekeningnummer] saldo euro 14.567,95 en 100 bankbiljetten van 200 Naira in eigendom toebehoren.
De rechtbank zal, nu geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt, de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten
In het dossier bevindt zich een tweede lijst van inbeslaggenomen niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een kopie, gemerkt D, aan dit vonnis is gehecht waaromtrent de officier van justitie zich niet heeft uitgelaten. De rechtbank zal niettemin een beslissing nemen.
De rechtbank zal het blijkens de Beslaglijst D inbeslaggenomen voorwerp, te weten nummer 501, een Nigeriaans paspoort op naam van [naam], onttrekken aan het verkeer, zijnde dit voorwerp voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking tot dit voorwerp de onder 1 meest subsidiair en 2 primair bewezenverklaarde feiten zijn begaan.
De rechtbank zal de blijkens de Beslaglijst D inbeslaggenomen voorwerpen, te weten nummers 401, 402, 403, 404, 405, 406, 407, 408, 409, 410, 411, 412, 413, 502, 503, 504, 505, 506, 507, 508, 509, 510, 512, 513, 514, 515, 516, 517, 518, 519, 520, 521, 522, 523, 524, 525, 526, 527, 528, 529, 531, 532, 534, 535, 536, 537, 538, 539, 540, 541, 543, 544, 545, 546, 548, 549, 550, 551, 552, 553, 554, 555, 556, 557, 558, 559, 560, 561, 562, 563, 564, 565, 566, 567, 568, 569, 570, 571, 572, 573, 574, 575, 576, 577, 578, 579, 580, 601, 602, 603, 701, 801, 802, 901, 1001, 1002, 1003, 1101, 1102, 1103, 1104, 1105, 2a, 2b en 2c verbeurdverklaren, zijnde deze voorwerpen voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met betrekking tot deze aan verdachte toebehorende voorwerpen het onder 1 meest subsidiair bewezenverklaarde feit is begaan.
De rechtbank zal gelasten dat de blijkens de Beslaglijst D inbeslaggenomen voorwerpen, te weten nummers 581 en 582, een stuk papier en een metalen adressenboekje met pen, zullen worden teruggegeven aan verdachte.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 57, 225, 326 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij - gewijzigde - dag-vaarding onder 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 meest subsidiair en 2 primair telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
feit 1:
oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2:
valsheid in geschrift;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 12 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaar vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op :29 januari 2002;
in voorlopige hechtenis gesteld op :01 februari 2002;
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst C inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1 en 2, te weten vorderingen Rabobank [rekeningnummer] saldo euro 14.567,95 en 100 bankbiljetten van 200 Naira;
verklaart onttrokken aan het verkeer het blijkens de Beslaglijst D inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 501, te weten een Nigeriaans paspoort op naam van [naam];
verklaart verbeurd de blijkens de Beslaglijst D inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 401, 402, 403, 404, 405, 406, 407, 408, 409, 410, 411, 412, 413, 502, 503, 504, 505, 506, 507, 508, 509, 510, 512, 513, 514, 515, 516, 517, 518, 519, 520, 521, 522, 523, 524, 525, 526, 527, 528, 529, 531, 532, 534, 535, 536, 537, 538, 539, 540, 541, 543, 544, 545, 546, 548, 549, 550, 551, 552, 553, 554, 555, 556, 557, 558, 559, 560, 561, 562, 563, 564, 565, 566, 567, 568, 569, 570, 571, 572, 573, 574, 575, 576, 577, 578, 579, 580, 601, 602, 603, 701, 801, 802, 901, 1001, 1002, 1003, 1101, 1102, 1103, 1104, 1105, 2a, 2b en 2c;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de Beslaglijst D inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 581 en 582, te weten een stuk papier en een metalen adressenboekje met pen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Poustochkine, voorzitter,
Schaffels en Kuijer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Prenger, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 september 2002.