ECLI:NL:RBSGR:2002:AE7379
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.A.C. van Rossum
- J. Kramer
- A.V. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige detentie na veroordeling voor verkeersdelicten
In deze zaak vordert eiser, aangeduid als [eiser], schadevergoeding van de Staat der Nederlanden wegens onrechtmatige detentie. Eiser is eerder veroordeeld door de politierechter in 's-Hertogenbosch en de kantonrechter in Eindhoven voor verschillende verkeersdelicten, waarbij hij geldboetes en vervangende hechtenis opgelegd kreeg. Eiser stelt dat hij ten onrechte voor een periode van 34 dagen gedetineerd is geweest, omdat hij meent dat de opgelegde straffen niet correct zijn uitgevoerd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de relevante vonnissen en de processtukken, waaronder de conclusie van eis en de conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
De rechtbank overweegt dat de detentie van eiser niet onrechtmatig is geweest, aangezien deze is gebaseerd op rechterlijke uitspraken die onherroepelijk zijn geworden. Eiser heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen de eerdere vonnissen en heeft ook geen verzoek tot herziening of gratie ingediend. De rechtbank stelt vast dat de vorderingen van eiser niet kunnen worden toegewezen, omdat er geen sprake is van onrechtmatig handelen door de Staat. Eiser wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten verwezen.
De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten, die aan de zijde van de Staat zijn begroot op € 235,97 aan griffierecht en € 780,00 aan salaris procureur. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 juli 2002.